Voorbereidingen voor nieuwe declaratiemethode ggz in volle gang

Voorbereidingen voor nieuwe declaratiemethode ggz in volle gang

Voorbereidingen voor nieuwe declaratiemethode ggz in volle gang

Volgens de huidige plannen zal er vanaf 2022 een verandering plaatsvinden in de manier waarop zorgverleners in de ggz hun behandelingen kunnen registreren en declareren. Voor deze nieuwe methode van zorgbekostiging wordt het ‘zorgprestatiemodel’ gebruikt, waarmee het declareren een stuk eenvoudiger moet worden en de administratieve lasten moeten verminderen. Onlangs is er een tussenrapportage verschenen over de voortgang van het project; er wordt hard aan gewerkt en het zorgprestatiemodel begint steeds meer vorm te krijgen.

Op dit moment wordt de verleende zorg onder andere geregistreerd en gedeclareerd aan de hand van DBC’s (diagnose-behandelcombinaties), een systeem waar veel regeltjes en administratieve handelingen aan vast zitten. In de praktijk is gebleken dat dit systeem diverse problemen met zich meebrengt en dat dit de geestelijke gezondheidszorg niet ten goede komt. Om de bekostiging binnen de ggz en forensische zorg overzichtelijker en eenvoudiger te maken, wordt nu het zorgprestatiemodel in het leven geroepen.

In het nieuwe model zijn richtlijnen opgenomen voor ‘prestatiebekostiging’. Hierbij worden behandelingen in de vorm van prestaties bijgehouden die bepalend zijn voor de vergoeding die zorgaanbieders krijgen vanuit zorgverzekeraars. Met de plannen die er nu liggen, bestaat het zorgprestatiemodel in grote lijnen uit consulten, verblijfsprestaties en een aantal overige prestaties. Er wordt bij de behandeling geen onderscheid meer gemaakt tussen directe tijd en indirecte tijd, met indirecte tijd wordt in de bekostiging van de prestaties al rekening gehouden. Door deze aanpassing zullen tijdsregistraties in de toekomst niet meer nodig zijn, wat naar verwachting een duidelijke vermindering van administratieve lasten zal geven.

Tussen verschillende soorten consulten zal in het model onderscheid worden gemaakt op basis van drie categorieën: het beroep van de uitvoerder (type hulpverlener/behandelaar), of het om een diagnostisch consult of behandelconsult gaat, en de duur van de directe tijd oftewel het van het consult (variërend van 5 tot 120 minuten). Deze drie elementen zullen samen de kosten voor het consult bepalen. Op deze manier ontstaat een beter beeld van de geleverde zorg en zijn de prestaties die in rekening worden gebracht begrijpelijker voor de cliënt.

Voor groepsconsulten en verblijfszorg worden aparte tarieven aangehouden. Ook zijn er nog enkele aanvullende prestaties voor onderlinge dienstverlening, intercollegiaal overleg en overige zorgprestaties, voor varianten van zorg die niet bij andere prestaties kunnen worden ondergebracht.

De komende maanden zullen de plannen verder worden uitgewerkt en worden er voorbereidingen getroffen voor de daadwerkelijke invoering van het zorgprestatiemodel. Voor de ontwikkeling en vormgeving van het model werken onder andere de overheid, zorgaanbieders en –professionals, zorgverzekeraars en patiënten met elkaar samen, en heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een adviserende rol. Een volgende tussenreportage van de vorderingen zal in mei worden gepresenteerd.

Meer informatie en nieuws over de laatste ontwikkelingen is te vinden op zorgprestatiemodel.nl.

Geef een reactie