Ervaringsverhalen | Eetstoornis herstel, kan dat en hoe snel?

Ervaringsverhalen

Ervaringsverhalen | Eetstoornis herstel, kan dat en hoe snel?

Op GGZ.nl delen we graag verhalen en visies van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg. Hiermee hopen we diverse onderwerpen beter bespreekbaar te kunnen maken, meer openheid te creëren omtrent mentale gezondheid en het delen van ervaringen te stimuleren.

Inger heeft ervaringskennis op het gebied van (C)PTSS, eetstoornissen, depressie en suïcide. Op dit moment werkt ze als projectmedewerker bij Stichting ExpEx en rondt ze haar opleiding tot sociaal werker af. Daarnaast geeft zij voorlichting over mentale gezondheid op onder andere middelbare scholen, hogescholen en universiteiten. Voor GGZ.nl schrijft Inger met enige regelmaat een column over haar ervaringen met psychische stoornissen, het herstelproces en over haar ervaringen in de hulpverlening. Ook is Inger momenteel in verwachting van haar eerste kindje als bewust alleenstaande moeder; haar traject is te volgen op Instagram via @eensolomama.

Eetstoornis herstel, kan dat en hoe snel?

Je moet eten, anders ga je dood, uiteindelijk… Maar de urgentie om te eten was ik kwijtgeraakt en waar ik vroeger als klein meisje voor de lunch 6 boterhammen weg kon duwen, kende ik geen honger meer toen ik in de puberteit kwam.

Vol walging keek ik in de spiegel tijdens balletles en verdrietig stond ik op de weegschaal want ik vond mezelf veel te dik. Afvallen vond ik echter lastig, ik sloeg bijna al mijn maaltijden over en ging zelfs vegetarisch eten! Maar één a twee keer per week kreeg ik last van enorme eetbuien waarin ik zakken snoep, chips en pakken koek wegwerkte. Hier schaamde ik me vervolgens ontzettend voor waardoor ik dit gedrag bagatelliseerde of zelfs ontkende.

Door het wisselende eetpatroon kwam mijn lichaam in een spaarstand terecht en alle voedingsstoffen van de eetbuien sloeg mijn lichaam op waardoor ik op een plateau terecht kwam. Ik viel niet af, hield veel vocht vast en voelde me dag in dag uit trillerig en zwak. Toch was er weinig te zien aan mijn lichaam dat ik zorgvuldig verstopte in veel te grote slobbertruien.

Uiteindelijk ontdekten mijn ouders dat ik laxeerde en braakte en ik werd doorverwezen naar de ggz waar ik ook een diëtiste toegewezen kreeg. In alle toonaarden bleef ik ontkennen dat ik een eetstoornis had. De diagnose die ik kreeg, eetstoornis NAO, hielp niet. Dat was geen echte eetstoornis, voor een eetstoornis moest je mager, graatmager zijn en dat was ik niet.

Achteraf gezien denk ik dat ook veel hulpverleners mijn eetstoornis niet serieus namen. Zo hoefde ik geen bloed te prikken of hartfilmpjes te maken. Eén maal per week werd ik verwacht op therapie en mijn diëtiste nam genoegen met een eetlijst die bestond uit een appel en cracker per dag. Mijn vader liet me een stukje hardlopen en toen ik dat volhield dacht ook hij: het valt wel mee.

Naarmate de tijd verstreek zag mijn omgeving wel dat mijn karakter veranderde, ze zagen dat ik er bleker uitzag en mijn eetstoornis was steeds meer “out in the open”. Ik viel flauw en kwam een aantal keer op de spoedeisende hulp terecht omdat mijn darmen de hoeveelheid laxeerpillen niet meer konden verwerken. Zodoende ben ik doorverwezen naar een gespecialiseerde kliniek.

Hoe sneller een eetstoornis behandeld wordt, hoe groter de kans op herstel is. Uit cijfers blijkt dat 45% van de mensen met een eetstoornis herstelt, 30% verbetert gedeeltelijk en 25% herstelt niet. Daarvan overlijden tussen de 5% en 10% van de patiënten. Snelle gespecialiseerde hulp is dus essentieel.

Een eetstoornis draait niet om eten, gewicht of lichamelijke gezondheid. De ernst van een eetstoornis zit hem net als in alle andere psychische aandoeningen in je mentale gezondheid en weerbaarheid. Serieus genomen worden voor het BMI te laag wordt, zonder dat er sprake is van lichamelijke schade en zonder dat iemand het risico loopt op refeeding is dus van essentieel belang.

Ik geloof dat dit mensen met een eetstoornis leert dat ze zichzelf serieus mogen nemen, dat ze hun lijden serieus mogen nemen. Helaas hoor ik vandaag de dag nog steeds te veel verhalen dat tieners niet in aanmerking komen voor hulp omdat ze geen ondergewicht hebben of omdat ze te veel eten. Dit betekent allemaal niet dat deze tieners niet lijden, dat ze niet een extreem hoog risico hebben om langdurig ziek te zijn, uit te vallen van hun opleiding en een achterstand te ontwikkelen op het arbeidsproces. Deze tieners verdienen hulp, op tijd, voor de eetstoornis zichtbaar wordt.

Kiezen voor herstel kan, maar de omgeving en de hulpverleners moeten daarvoor meevechten want de strijd is te zwaar om alleen te winnen. Dus laten wij niet net zo denken als die eetstoornis doet. Maar laten we ons richten op wat gezond is, op een leven zonder eetstoornis in je hoofd.

1 Reactie
  • Jolanda Hardenbol
    Geplaatst op 10:54h, 21 augustus Beantwoorden

    Hallo, mijn naam is Jolanda. ik ben inmiddels 53 jaar en nog steeds in de ban van mijn eetstoornis.
    mijn eetstoornis begon na sexueel misbruik, of eigenlijk tijdens het misbruik. ik voelde een lustobject en wilde zo min mogelijk vrouwelijke vormen hebben. Langzaam bereikte ik op 26 jarige leeftijd een ondergewicht van 33,5 kilo met een lengte van 1.67. Ik wist niet eens dat ik dood kon gaan, wilde alleen maar onzichtbaar zijn. om mijn levensgeschiedenis niet al te lang te maken: ik kwam in het ziekenhuis terecht, meer dood dan levend. Zonder kalium in mijn lichaam. kreeg direct een sonde in mijn neus 24 uur lang. Veel te veel in één keer. ik mocht weer gaan toen ik een gewicht van 42 kilo bereikte.
    Na anderhalf jaar lag ik opnieuw in het ziekenhuis met hetzelfde ondergewicht. Alleen dit keer stond ik op een wachtlijst in een eetstoorniskliniek. Twee jaar heeft het geduurd voordat ik 56 woog en richting huis ging. Maar de oorzaak was nog steeds aanwezig.
    Nu ben ik 23 jaar verder en hoewel mijn gewicht op peil is, blijft de strijd om te eten aanwezig. De hekel aan mijn lichaam is er nog steeds en door de overgang word ik meer dan ooit herinnerd aan mijn verleden en het vrouw-zijn. Mijn dagelijks zijn leeg en inhoudsloos. Nog steeds gefocust op wat ik eet. Ik mag ook weinig eten van mezelf.
    Wat probeer ik te zeggen? het maakt niet uit of je nu een goed gewicht hebt, het gaat niet weg als de oorzaak niet aangepakt wordt.
    Wacht niet met hulp totdat je bijna dood bent: deze ziekte is wel degelijk dodelijk voor je lichaam. Zelfs nu nog voor mij, want de schade is enorm.
    Vraag hulp!!!! Als eten moeilijk voor je wordt. Of het nu teveel eten is of helemaal niks: het is beiden gevaarlijk.
    Laat je voor de oorzaak behandelen. WACHT NIET!!!

Geef een reactie