Mentaal welzijn, leefstijl en beweging verdienen meer aandacht

Mentaal welzijn, leefstijl en beweging verdienen meer aandacht

Mentaal welzijn, leefstijl en beweging verdienen meer aandacht

Langzaamaan begint men steeds meer te beseffen dat gezond zijn om meer draait dan enkel ‘niet ziek zijn’. De manier waarop je je dagen en je leven inricht draagt voor een belangrijk deel bij aan hoe gezond je bent en hoe je je voelt, zowel geestelijk als lichamelijk. Tijdens de coronacrisis is dit voor een hoop mensen nog eens extra duidelijk geworden. Toch wordt er op grotere schaal nog te weinig aandacht besteed aan het belang van een gebalanceerde leefstijl, voldoende beweging en een goed mentaal welzijn. In de Leeuwarder Courant wordt daarom opgeroepen om de coronacrisis als kans te zien om dit te verbeteren en zo op een duurzame manier aan gezondheid te gaan werken.

Onlangs verschenen in de Leeuwarder Courant twee opiniestukken over de noodzaak en tevens uitgelezen kans om de focus te gaan verleggen naar duurzame en preventieve methoden om de gezondheid te bevorderen en ziektes te verminderen. Onderzoek van het CBS laat zien dat de mentale gezondheid sinds de start van de pandemie verslechterd is, en dat vooral jongvolwassenen hierdoor getroffen zijn. Maar ook ouderen geven aan meer last te hebben van psychische klachten; zij hebben eveneens geleden onder het sociale isolement de afgelopen jaren. Hoog tijd om meer zorg te gaan besteden aan ons mentale welzijn en onze leefstijl, zodat we niet alleen gezonder maar ook gelukkiger door het leven kunnen gaan.

Deskundigen Stynke Castelein (verbonden aan Lentis GGz, Lentis Research en Rijksuniversiteit Groningen) en Rogier Hoenders (verbonden aan Lentis GGz en Centrum Integrale Psychiatrie) beschrijven in hun artikel welke veranderingen er volgens hen nodig zijn:

“In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) worden psychische aandoeningen sinds jaar en dag behandeld met bijvoorbeeld (psycho-)therapie en medicatie. De aanpak is tegenwoordig breder: er is ook aandacht voor maatschappelijk herstel (werk, studie, sociale contacten) en persoonlijk herstel (zingeving). Hierdoor is er in de ggz nu aandacht voor zowel de klacht als de (veer)kracht van de mens.

Maar in het gewone leven – thuis of op school – wordt dit ons niet geleerd. Vaak leer je pas iets door het zelf mee te maken of door het mee te krijgen vanuit je omgeving. Of nadat je zelf professionele hulp hebt gezocht. En daar zit het probleem. Wat ons betreft, is dit veel te laat. Informatie over mentale weerbaarheid en de effecten van een gezonde leefstijl zou al op jonge leeftijd moeten worden aangeboden. En informatie alleen is niet genoeg; ook het leren van vaardigheden op het gebied van stress, impuls- en emotieregulatie is van groot belang.”

Jong beginnen

Hoe we kinderen al op jongere leeftijd dit soort handvatten mee kunnen geven? “Aandacht voor je mentale gezondheid zou al kunnen worden gegeven op school”, menen Hoenders en Castelein. “Niet alleen in de zin van praten over angsten en bang zijn, maar ook in de zin van veerkracht: wat helpt je als je bang of zenuwachtig bent of niet kan slapen? Hoe ga je om met boosheid, frustratie of machteloosheid? En weet je dat het ook goed is als je soms bang bent? Je lichaam waarschuwt je dan voor gevaar én dat je even moet opletten. Het mag er zijn.

Op deze manier praat je erover zonder dat het beladen wordt in de klas. Psychische klachten zijn namelijk nog steeds taboe. Zo hebben drie op de vier hierdoor last van stigma (negatieve reacties door anderen, als pesten of vooroordelen) en/of zelfstigma (negatieve gedachten als ‘niemand wil mij nu nog als vriend of vriendin’). Mensen herstellen hierdoor ook minder goed, blijkt uit onderzoek.”

Leefstijlbegeleiding

Daarnaast zijn ze van mening dat er betere informatievoorziening rondom een gezonde leefstijl moet komen en dat professionele leefstijlbegeleiding kan helpen om dit langdurig vol te houden. Hoenders en Castelein: “Enkele recente wetenschappelijke studies tonen aan dat een gezonde leefstijl (bijvoorbeeld voldoende slaap, sporten en mindfulness) leiden tot positieve effecten op lichaam en geest, waaronder een verbeterd immuunsysteem. Dit is waardevol ten tijde van een pandemie en kan een mooie aanvulling zijn op het bestaande Covid-19-beleid. Laat de huidige Covid-19-crisis de kans én het moment zijn om structureel te investeren in mentale gezondheid en leefstijl voor meer weerbaarheid en welzijn.”

Ook Marijn de Vries (onder andere historicus, publicist en ex-profwielrenner) vindt dat het belang van beweging en een gezonde leefstijl nog veel te weinig belicht wordt. Gedurende alle lockdowns en maatregelen had er volgens De Vries meer naar deze aspecten gekeken moeten worden:

“Natuurlijk begrijp ik dat we het land in het begin van de pandemie op slot gooiden. Er was nog zoveel onbekend. Maar na verloop van tijd hadden we toch op z’n minst een beetje kunnen gaan nadenken over wat we eigenlijk aan het doen waren, met de algemene gezondheid van de mens. Maar nee, zelfs tijdens de derde lockdown die nog maar net voorbij is bleef de McDonald’s open, en ging de sport dicht. Omdat hamburgers eten kennelijk essentieel is, en alles wat de lichamelijke en geestelijke gezondheid bevordert – sporten en bewegen, ontspannen, anderen ontmoeten – niet.

Binnen blijven, thuiswerken, scholen, sportclubs en cultuur dicht betekende dat grote groepen volwassenen en kinderen het grootste deel van de dag achter een scherm op hun kont zaten. Te veel aten. En steeds moeilijker in beweging te krijgen waren – omdat stilzitten nu eenmaal tot nog meer stilzitten leidt. […] Door veel zitten overlijden 5,3 miljoen mensen per jaar veel te vroeg – tegenover de ongeveer 1 miljoen coronadoden vorig jaar. Ieder mens dat te vroeg overlijdt is er natuurlijk een te veel, en ik vind het zo jammer dat onze focus zo selectief is. Dat maakt de noodzaak van naar de juiste oplossing kijken niet zichtbaar.”

Beleid aanpassen

De Vries: “Mensen hebben elkaar nodig voor een gezonde leefstijl, die daarbij – als het aan mij ligt – op elke denkbare manier gestimuleerd zou moeten worden. Overal, en extra in gebieden en wijken waar mensen automatisch naar ongezond voedsel grijpen en weinig bewegen, uit armoede en sociale achterstand. Begin op de basisschool, of zelfs al op de kinderopvang. Leer kinderen wat gezond eten is. Maak gezond voedsel goedkoper, en ongezond voedsel duurder. Laat kinderen zo jong mogelijk bewegen onder begeleiding van een vakdocent. Laat ze veel buitenspelen. Ga op zoek naar wat kinderen leuk vinden om te doen. Jong geleerd is oud gedaan. Investeer in sport als middel, in plaats van sport als doel.”

Volgens de ex-profwielrenner is er ook een omslag in het denken nodig om het probleem goed aan te kunnen pakken: “Sporten en bewegen gaat om jezelf levensgeluk gunnen. Dat het gezond is, is een fantastische bijvangst. We moeten veel meer gaan beseffen dat een stukje fietsen of een korte wandeling voor iemand die dat nooit doet, misschien wel veel meer telt dan een marathon lopen voor een geoefende hardloper. We moeten ons gaan realiseren dat ‘bewegen’ veel belangrijker dan ‘sporten’ is. Eenmaal in beweging, komt dat sporten wellicht vanzelf. En anders maar niet. Lekker bewegen is al meer dan genoeg.

We zouden sport en bewegen als integraal onderdeel moeten zien van alles wat we doen. Beleidsterreinoverstijgend, ook. Sport en bewegen is een oplossing voor bijna alles, al vóór, maar ook zeker ná corona.”

Geen reactie's

Geef een reactie