Zomeravondgesprek over opvoeden en opgroeien

Zomeravondgesprek over opvoeden en opgroeien

Zomeravondgesprek over opvoeden en opgroeien

Het NRC plaatste afgelopen maand een interessant ‘zomeravondgesprek’ tussen neuropsycholoog Jelle Jolles en kok Nadia Zerouali. Ze spraken met elkaar over opvoeding en de ontwikkeling van kinderen. Over hoe ze zelf waren in hun jeugd, wat ze van hun ouders hebben meegekregen, en hoe ze met hun eigen kinderen omgaan.

Een fragment uit het gesprek:

N: “Ze waren één front, heel lullig voor mij. Achteraf natuurlijk heel fijn, maar toen, ik probeerde ze altijd uit elkaar te spelen. Ging ik naar mijn moeder: ‘Dat jij met díe man getrouwd bent.’ Daarna naar mijn vader: ‘Ik was allang van haar gescheiden.’ Daar heb ik later wel mijn excuses voor aangeboden. Als zij links zeiden, zei ik rechts. Altijd.”

J: “Ik ken het”, zegt hij. “Mijn zoon, toen hij tiener was – als ik A wilde, wilde hij B. Wat ik dan deed, heel gemeen, dan zei ik dat B mij ook een ontzettend leuk idee leek. En dan deed hij A.”

N: “Deed je dat echt?”

J: “Alleen als het nodig was. Op een dag kwam hij bij me met zijn vriendje. Pap, mag ik anderhalve gulden van je? Prima. Waarvoor? Voor de bus naar Ternaaien. We woonden toen in Maastricht en Ternaaien is een dorpje in België, vlak over de grens. Daar heb je een heel hoge brug, over het Albertkanaal. Ik dacht: dat gaat mis. Hij was bezig met bruggenspringen, en deze was meer dan tien meter hoog. Dan ben je dood. Of je hebt een dwarslaesie.”

N: “En verbieden helpt niet.”

J: “Dus ben ik met hem op het balkon gaan staan, met een pakje boter uit de ijskast. Dat gooide ik naar beneden. Het spetterde álle kanten op.”

N: “En toen?”

J: “Hij ging door met springen, maar alleen van lagere bruggen.”

Ook de manier waarop tegenwoordig met ‘drukke’ kinderen wordt omgegaan, komt aan bod. Jelle Jolles deelt zijn visie over de diagnose en aanpak bij ADHD. Hij is voorstander van gestructureerde begeleiding in een omgeving waar niet te veel prikkels zijn:

“Medicijnen moet je alleen geven als het echt niet anders kan, en de diagnose moet gesteld worden door een multidisciplinair team met een kinderarts of een kinderneuroloog erin. Je doet nogal wat als je een kind medicijnen geeft. Die medicijnen sturen hersenmechanismen aan waardoor niet alle prikkels worden binnengelaten en als je dat lang doet, veranderen de hersenen zo dat die de prikkels blijven buitensluiten. Terwijl een kind juist maximaal open moet staan. Laat het nog even rups zijn.”

Herkenbaar? Of juist niet? Lees hier het volledige interview in het NRC.

Geen reactie's

Geef een reactie