Deel van wachtenden psychische zorg zou buiten de ggz geholpen kunnen worden

11 okt Deel van wachtenden psychische zorg zou buiten de ggz geholpen kunnen worden

Om de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg aan te pakken wordt er steeds meer gekeken naar mogelijkheden voor samenwerking tussen verschillende partijen, ook buiten de ggz. Een goede ontwikkeling, want het inzicht groeit dat ook andere problemen – bijvoorbeeld op het gebied van wonen, financiën of op sociaal vlak – onderdeel kunnen zijn van de mentale klachten die mensen ervaren. Een deel van de wachtenden bij ggz-instellingen is volgens deskundigen eigenlijk meer gebaat bij de hulp van een welzijnswerker of maatschappelijk werker. En als we die sneller op de juiste plek krijgen, komt dat de overige wachtenden voor (specialistische) psychische zorg ten goede.

Het inzicht bij hulpverleners dat een deel van de mensen die op een wachtlijst staan ook buiten de ggz geholpen kan worden, is een mooie eerste stap. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze mensen bij de juiste zorg of hulpverlening terechtkomen? Volgens stichting MIND moet er meer aandacht komen voor beter intakes, zodat men gelijk de goede richting op kan worden gestuurd. “De reden waarom mensen met psychische klachten vaak automatisch op ggz-wachtlijsten komen, is deels door onbekendheid met het totale aanbod en gebrek aan inzicht in welke vorm van hulp bij iemand past”, vertelt Mariëlle van den Berg, woordvoerder van MIND, aan het Algemeen Dagblad.

Hoogleraar psychiatrie Jim van Os meent dat de ggz psychische hulpvragen vaak te medisch benadert: “We moeten er naartoe dat we mensen leren omgaan met hun eigen geest. Dat betekent hulp om het leven te leiden dat mensen willen zonder dat we ze in behandelstraten opsluiten en met medische zaken confronteren die niet relevant voor het leven zijn.” Op sommige plekken vindt er al een tijdje meer samenwerking plaats tussen onder andere hulpverleners uit de ggz, ervaringsdeskundigen en maatschappelijk werkers. De verwachting is dat de behoefte aan geestelijke gezondheidszorg – een daarmee ook de omvang van de wachtlijsten – hierdoor afneemt.

Van Os: “We beschouwen vragen van cliënten meer als levensvragen in plaats van als medische vragen en helpen met het leren leven met het psychische lijden. Zo krijgt de ggz meer een coachende rol.” Ook Petra van Holst van Zorgverzekeraars Nederland ziet een verschuiving ontstaan: “Het helpt om mensen bij het begin in het goede poortje te krijgen en ze gelijk de best passende hulp te bieden, ook als het gaat om grote sociale of financiële problemen. We zien dat hulpverleners meer kijken naar wat een persoon nodig heeft, binnen en buiten de zorg.”

Binnen de Dimence Groep werd twee jaar geleden besloten om het project Windkracht te starten, waarbij cliënten die lang op behandeling moeten wachten in de tussentijd de mogelijkheid krijgen om bij een welzijnswerker langs te gaan. “We bespreken vast hun problemen en helpen ze met bijvoorbeeld schulden, eenzaamheid of werk”, aldus projectleider Cristel Boom. “We zien dat mensen beter een behandeling ingaan, zonder dat hun hoofd vol zit met allerlei randzaken. Daardoor is ook de behandeling zelf effectiever en vallen ze na afloop minder snel terug.”

Ook andere instellingen zijn inmiddels initiatieven gestart om tussentijdse hulp te bieden aan mensen die op een wachtlijst staan. Zo zijn er bijvoorbeeld apps en digitale platformen ontwikkeld die mensen helpen om zelf alvast aan de slag te gaan met informatie en oefeningen ter bevordering van de mentale gezondheid. Daarnaast wordt er meer ingespeeld op informatievoorziening aangaande een gezonde leefstijl, want ook daar valt vaak nog winst te behalen voor mensen die mentale klachten ervaren.

Lees hier het volledige artikel van het Algemeen Dagblad.