Uitbreiding MINDS normeringen na validatie onderzoek De Waag

FIG 1 en 2 Finger Tapping bij ouderen

Uitbreiding MINDS normeringen na validatie onderzoek De Waag

MindsOnline Tests Normen Overzicht oktober 2022

Voor onderstaande testen zijn nieuwe normen voor Nederlandstalige volwassenen opgenomen in het Digitale testprogramma MINDS.

De normen zijn gebaseerd op studentgroepen en afnames in diverse diagnostische centra. De herkomst van de normen is gedocumenteerd in het overzicht Minds Testmodulen die is te downloaden via onderstaande link, via ggz.nl en via mindsware.nl
De uitbreiding van de normen is gecompleteerd na validatie onderzoek naar de Nederlandstalige versie van de Parametrische Go-NoGo Taak (PGNG) door- en voor Ambulante forensische ggz instelling De Waag.

Nieuwe normeringen, samengesteld door Dr. Nico Brand

CORSI – Corsi Block Tapping Test, CPT – Continuous Performance Test, GVT – Geheugen Vergelijking Test, MAL – Malingering Test (procedure Hiscock), PGNG – Parametric Go/No-Go Test, SPANNE – GeheugenSpanne – Cijfers, Letters, Woorden: Vooruit en Achteruit, STROOP – Stroop Taak (congruente / incongruente stimuli), SCWT – Stroop Color Word Test (selectieve aandacht), TAP – Finger Tapping Test (Basale motorische snelheid linker- en rechterhand), TMT – Trail Making Test (cognitieve flexibiliteit Cijfers en Letters), TOLT – Tower of London Test (planning / probleemoplossend vermogen) VIG – Vigilantie Test (volgehouden aandacht, nonverbaal), WCST – Wisconsin Card Sorting Test, WLT – Woorden Leer Test (WLT) – verbale recall en recognitie, 4TJES – Viertjes Zoeken (doorstreeptaak)

CORSI – Corsi Block Tapping Test
Deze test meet de nonverbale geheugenspanne, als benadering van het visuospatiële korte termijn geheugen (Milner, 1971). Op het scherm zijn standaard 9 groene vierkanten (versie voor volwassenen, zie figuur links) of rondjes (versie voor kinderen; figuur rechts) te zien. Een toenemend aantal vierkanten (te beginnen met 2) krijgt, na elkaar, even een blauwe kleur. Bedoeling is om de reeks in dezelfde volgorde na te klikken of aan te raken. Er zijn standaard twee aanbiedingen van een bepaalde reekslengte. Als tenminste 1 van de aanbiedingen van een reekslengte correct is, wordt de reekslengte van de volgende twee aanbiedingen 1 element langer. Dit gaat zo door tot het foutencriterium bereikt is, of tot de maximale score is behaald. De blokspanne is dan de reekslengte die nog correct gereproduceerd werd. Ook wordt een “totaalscore” berekend: de blokspanne x het totaal aantal correcte reproducties. De groene rondjes in de kinderversie stellen volgens de aangepaste instructie leliebladeren in het water voor. Een kikker springt daar van blad naar blad en het kind moet het traject na-klikken.
Er zijn 2 standaard subtaken: A: Blokspanne vooruit, en B: Blokspanne achteruit. Daarnaast is er optioneel een supraspan taak (C). Deze laatste taak bestaat uit een vast aantal trials. De reekslengte is steeds de score behaald in subtaak A + 1. Ook wordt de eerste reeks bij elke 3e trial herhaald. Scores daarbij zijn het totaal aantal correcte trials, en het aantal correcte trials van de herhalingen. Deze laatste score is een extra meting van het werkgeheugen.
Andere instelbare testparameters betreffen o.a. het aantal elementen op het scherm (max 9) en de posities op het scherm (random of een vast patroon). Men kan ook kiezen uit verschillende vaste configuraties van reeksen, of de reeksen random laten samenstellen. Voorts zijn ook de temporele aspecten van een aanbieding aan te passen (“flitstijd” en intervaltijd), en kan de test zodanig ingesteld worden dat er 2 reeksen van dezelfde lengte correct moeten zijn (in plaats van 1) voordat de reeks langer wordt. Tenslotte is in subtaak C het aantal trials te bepalen en het patroon van herhaalde reeksen (elke 3e, elke 4e, enz).
Normen betreffen 1 leeftijdsgroep kinderen (7-17 jaar) en 3 leeftijdsgroepen volwassenen (18-30, 31-45, en 46-65 jaar). Mannen en vrouwen zijn steeds samengenomen. Daarnaast zijn er gepubliceerde normen van gezonde vrijwilligers, alsmede van linkerhemisfeer- en rechterhemisfeer-patiënten (alleen subtest A gebaseerd op de oorspronkelijke face-to-face test).
Een versie in het Engels is beschikbaar.
Literatuur:
Milner,B. (1971). Interhemispheric differences in the localization of psychological processes in man. British Medical bulletin, 27,272-277.

CPT – Continuous Performance Test
Dit is het klassieke paradigma voor het meten van volgehouden aandacht en concentratie met alfanumerieke stimuli. Een groot aantal stimuli komt één voor één op het scherm. Een reactie (spatiebalk, muisklik, touch screen of extern knoppenkastje) wordt slechts gevraagd als een bepaalde combinatie van 2 stimuli (target) wordt aangeboden: bijvoorbeeld de letter X voorafgegaan door de letter A. Deze combinatie komt heel infrequent voor (standaard in 10% van de aanbiedingen, maar het percentage is eventueel te verlagen of verhogen).
De aanbiedingen kunnen worden verdeeld over een aantal blokken waarbinnen de targets in gelijke mate voorkomen, waardoor time-on-task effecten te bestuderen zijn. Eventueel kan als target voor een reekslengte van 3 gekozen worden (bijvoorbeeld slechts reageren op een X als dit vooraf gaat door A en daarna Z). Zowel de targets als de complete stimulus-set kan ingesteld worden op letters, cijfers, andere leestekens, of alle symbolen door elkaar. Ook de WingDings symbolen kunnen als stimuli dienen. Stimuli kunnen sequentieel aangeboden worden (figuur links), maar ook als “lichtkrant”, waarbij de volgende stimulus rechts op het scherm aansluit (figuur rechts). Ook de maximale “breedte” van de lichtkrant is instelbaar.
In de rapportage worden per blok het percentage correct en de gemiddelde RT en spreiding vermeld, alsmede het percentage false negatives (FN) en aantal false positives (FP). Ook wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen FP’s. Bijvoorbeeld bij instelling van de target op “X na A” kunnen fouten ontstaan als: “enkel A”, “A geen X”, “enkel X” en random fouten. Aan de hand van de frequentie van de verschillende typen
Uitkomstmaten zijn o.a. het aantal etappes dat voltooid wordt in de experimentele blokken (hoe meer etappes
18
fouten kunnen op grond van theoretische aannamen aanwijzingen worden verkregen voor verhoogde impulsiviteit (relatief veel “A geen X” en “enkel A” fouten), of juist aandachtstekort (relatief veel “enkel
X” fouten, random fouten en veel FN’s).
Normen zijn beschikbaar van 4 leeftijdsgroepen: 7-17 jaar, 18-30 jaar, 31-45 jaar en 46-66 jaar. Daarnaast is nog een normgroep afkomstig van Belgische kinderen van 9-11 jaar. Er zijn 5 normvariabelen: percentage correct, mediane RT, standaard deviatie van RT, percentage FN en aantal FP. Op grond van deze 5 variabelen wordt een interpretatief rapport gegenereerd. Een Engelstalige versie van de test is beschikbaar.
Literatuur:
Rosvold, H.E., Mirsky, A.F., Sarason, I., Bransome, E.D. & Beck, L.H. (1956). A continuous performance test of brain damage. Journal of Consulting Psychology, 20, 343-350.

GVT – Geheugen Vergelijking Test – cognitieve en perceptueel-motorische componenten van informatieverwerking
Dit is de informatieverwerkingstaak gebaseerd op S.Sternberg’s (1975) Memory Comparison Task. Standaard wordt hiermee het cognitieve scanning stadium en het perceptueel-motorische stadium gemeten, door middel van lineaire regressie van de RT als functie van geheugenbelasting.

De GeheugenVergelijkingsTest (GVT) is ingesteld analoog aan een paper & pencil (p&p) toepassing die veel in de kliniek en in onderzoek is toegepast (Brand & Jolles, 1987, Houx, 1991). Daarbij worden de p&p testformulieren (elk met 144 elementen waaronder 24 z.g. “targets”) identiek op het computerscherm gepresenteerd, en dienen de targets (=geheugenitems) met de muis te worden aangeklikt.
Standaard instelling van de (9) subtaken bestaat uit: Oefenscherm (target: %), drie Cijfertaken (targets resp. 1, 2 en 4 cijfers) temidden van letters, vier Lettertaken (1, 2, 3 en 4 letters) temidden van andere letters, en tenslotte nogmaals het Oefenscherm (%). Toepassing van de twee oefen- of controleschermen geeft de mogelijkheid om te controleren voor oefen- of vermoeidheidseffecten. Reacties kunnen worden gegeven met de muis of met de wijsvinger (als sprake is van een aanraakscherm of tablet). Geregistreerd worden de individuele tijden en gemarkeerde elementen. Bij de verwerking en rapportage wordt uitgegaan van de tijd van voltooien van een scherm. Reactietijden worden gecorrigeerd voor aantal omissies (fouten negatief). De tijden van zowel de cijfertaken als de lettertaken worden onderworpen aan lineaire regressie, waaruit een hellingshoek (cognitieve stadium) en een intercept (perceptueel-motorische stadium) wordt berekend, alsmede een maat voor de lineariteit (correlatie tussen RT en setgrootte / geheugenbelasting). Er kan een uitgebreid interpretatief rapport worden opgevraagd.

Normen zijn met de versie in Minds verzameld bij volwassenen in 3 leeftijdsgroepen: 18-25 jaar (mannen en vrouwen gezamenlijk), 26-40 en 41-65 jaar (manen en vrouwen apart). Daarnaast zijn voor de papier & potloodversie normen beschikbaar van 7 leeftijdscohorten, tussen 16 en 83 jaar.
Uitkomsten van deze pc-versie zijn vergelijkbaar met die van de p&p-versie. De cijfertaken geven bij normale vrijwilligers een lagere hellingshoek dan de lettertaken (zie figuur rechts), wat kan duiden op het bekende onderscheid tussen automatische en gecontroleerde informatieverwerking (Shiffrin & Schneider, 1977).
Bij dit programma is het mogelijk papier & potlood versies te printen voor paper & pencil afname van de test. Met het onderdeel LINREG kunnen de handmatig verkregen tijden en fouten op de verschillende subtaken worden ingevoerd, en worden vervolgens de lineaire regressie gegevens verstrekt.
Literatuur:
• Brand, N. & Jolles, J. (1987). Information processing in depression and anxiety. Psychological Medicine, 17, 145153.
• Houx, P. (1991). Cognitive Aging and Health-Related Factors. Maastricht, RL.
• Brand, N., Schneider, N. & Arnts, P. (1995). Information Processing Efficiency and Noise. Interactions with Personal Rigidity. Personality and Individual Differences, 18, 571-579.
• Brand, N., Hanson, E., & Godaert, G. (2000). Chronic Stress affects Blood Pressure and Speed of Short Term Memory. Perceptual and Motor Skills, 91, 291-298.

MAL – Malingering Test (procedure Hiscock)
Deze taak is gebaseerd op de Hiscock Forced-Choice Procedure van Hiscock & Hiscock (1989), en is bedoeld om een indicatie te geven van mogelijk suboptimaal presteren op een geheugentaak (malingering). Het bestaat standaard uit 3 blokken met 24 trials (maar deze parameters zijn aan te passen). Een trial bestaat uit een scherm met een targetgetal van 5 cijfers, gevolgd door een retentieinterval en een respons-scherm met twee getallen (de target en een distractor). Taak is aan te geven welk van de 2 getallen ook in het eerste deel van de aanbieding getoond werd. Het eerste en laatste cijfer van het distractorgetal verschilt altijd van die van het targetgetal. Onthouden van het eerste cijfer van het targetgetal is dus al voldoende voor een goede respons. Het retentie-interval loopt per blok op (van 5 sec tot 15 sec, maar ook aan te passen), waarbij de participant uitgelegd krijgt dat het interval wordt verlengd omdat men “in het voorgaande blok zo goed presteerde”. De getallen kunnen random gegenereerd worden (voor elke participant verschillend) of vast uit een lijst komen. De responswijze kan worden ingesteld op muisklik, aanraakscherm, cursortoetsen (links/rechts), of op de externe button box.
Als norm voor malingering kan het kansniveau (50% correct) als cut-off point gekozen worden, hoewel er in de literatuur discussie is over de adequaatheid hiervan. Daarom kan ook een hoger criterium (75% correct) geselecteerd worden. Daarnaast is een normgroep volwassenen (20-64 jaar) beschikbaar warmee het percentage correct kan worden vergeleken.
Literatuur
Hiscock,M & Hiscock,C.K. (1989). Refining the Forced-Choice Method for the detection of malingering. Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 11, 967-974.

PGNG – Parametric Go/No-Go Test
De Parametric Go/No-Go Test (Langenecker et al., 2007) pretendeert het functioneren van cognitieve domeinen vast te stellen waarin aandacht en executieve functies een rol spelen. De test (die slechts 11 tot 14 minuten duurt) omvat 3 niveaus (subtaken) met toenemende moeilijkheidsgraad. In alle 3 subtaken wordt een serie letters in een vrij snel tempo op het scherm aangeboden (500 ms per letter, en 0 ms interstimulus interval). De bedoeling is steeds zo snel mogelijk te reageren op enkele specifieke letters. Taak 1 meet de prestatie en responstijden op een target set van 3 letters (volgehouden aandacht en ‘set maintenance’). In taak 2 bestaat de target set uit 2 letters van de set van taak 1, waarbij steeds wanneer de participant gereageerd heeft op de ene letter, hij alleen op de andere letter mag reageren, en daarna weer alleen op de eerdere letter, enz. Deze taak stelt dus eisen aan het werkgeheugen en het inhibitievermogen. In taak 3 gaat het weer om de set van 3 letters. Steeds wanneer gereageerd is op een van de letters, moet deze geïnhibeerd worden en worden de andere 2 letters de geheugenset. De target set verandert dus steeds van inhoud. Deze subtaak is substantieel moeilijker waarbij eisen gesteld worden aan volgehouden aandacht, respons inhibitie en ‘set shifting’.
Uitkomstmaten in de 3 subtaken zijn target responstijd, responstijd variabiliteit, % correct target trials, % correct inhibitie trials (ontbreekt in subtaak 1), en een maat voor efficiëntie (trade-off tussen snelheid en accuratesse).
Voorlopige Nederlandse normen (N=82) zijn in Minds beschikbaar. Daarnaast kunnen Amerikaanse leeftijdsnormen geselecteerd worden, van mensen tussen 18 en 60 jaar, verdeeld in 7 groepen waarin leeftijd en opleidingsniveau zijn onderscheiden.
Literatuur: • Van Horn,J. E., Van der Schoot, A. , Wilpert, J., Engelbregt, H. & Brand, N. The convergent and discriminant validity of the Dutch version of the Parametric Go/No-Go Test. Submitted.
• Langenecker, S.A., Zubieta, J.K., Young, E.A., Akil, H. & Nielson, A.K. (2007). A task to manipulate attentional load, set-shifting and inhibitory control: Convergent validity and test-retest reliability of the Parametric Go/No-Go test. Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 29, 842-853.

SPANNE – GeheugenSpanne – Cijfers, Letters, Woorden: Vooruit en Achteruit
Deze taak heeft subtaken voor reeksen Cijfers, Letters, en Woorden, zowel voorwaarts als achterwaarts. De aanbieding kan ingesteld worden op akoestisch, visueel, of in beide modi tegelijk. De taken Cijfers Vooruit en Achteruit zijn het meest gebruikt. Cijferreeksen kunnen bestaan uit cijfers 1-9; letterreeksen uit letters A-Z. Er is een verzameling van 9 eenlettergrepige woorden die gebruikt worden in de subtaak Woorden. De cijferreeksen komen overeen met die uit de WAIS. Een opklimmende reeks cijfers, letters, of woorden wordt aangeboden die in de Voorwaartse conditie in dezelfde volgorde, en in de Achterwaartse conditie achterstevoren dienen te worden gereproduceerd. Reeksen met een bepaalde reekslengte worden 2 of 3 keer aangeboden. Als twee reeksen van dezelfde lengte correct zijn gereproduceerd wordt de reeks met 1 element verhoogd; bij 1 fout wordt de derde reeks als “herkansing” aangeboden. Bij 1 reeks correct uit 3 pogingen wordt de subtaak afgebroken. Antwoorden worden gegeven via het toetsenbord, of, bij gebruik van een tablet-pc, ingetoetst op een virtueel toetsenbord (zie figuur hierboven). Bij subtaken Letters en Woorden kan dit toetsenbord naar wens worden ingesteld als QWERTY- of als AZERYtoetsenbord.
Een Engelstalige en een Franstalige versie van de test zijn beschikbaar in Minds. Er zijn o.a. normen van 800 jong volwassenen (versie Minds) en van Belgische kinderen van 9-11 jaar (idem). Daarnaast van Nederlandse kinderen (face to face-versie) van 4 tot 16 jaar in 5 leeftijdsgroepen (N varieert tussen 118 en 917). Een verhalend rapport kan worden gegenereerd.

STROOP – Stroop Taak (congruente / incongruente stimuli)
Dit is een variant op de standaard Stroop taak (zie SCWT). In deze taak worden kleurnamen in congruente en incongruente kleuren aangeboden. De taak kan worden ingesteld op twee, drie of vier van de kleuren (c.q. woorden) rood, groen, blauw en geel, en eventueel kan ook een controle stimulus (nonsense letterreeks, bijvoorbeeld “XXXXX”) meedoen. Aantal trials en trialblokken zijn instelbaar.
Aanbevolen instelling van de reactiewijze is het gebruik van de externe button box met 4 knoppen. Maar ook kunnen reacties worden gegeven met de cursortoetsen links en rechts (2-kleuren versie) of de toetsen
V, B, N en M (3- en 4-kleuren versie), of via buttons op het scherm met de muis, of via een aanraakscherm.
22
Door de verdeling in blokken kunnen mogelijke time-on-task effecten bestudeerd worden. Mediane reactietijden worden gepresenteerd, alsmede de interferentieratio (RT verschil tussen incongruente en congruente trials, gedeeld door de RT van congruente trials).
Normgroepen betreffen gegevens van mannelijke en vrouwelijke studenten op zowel de 2- en 4-kleuren versie, die de test hebben uitgevoerd met TOETSEN van het toetsenbord (totale N = ruim 2500). Daarnaast is een normgroep van volwassenen (18-71 jaar), die de MUIS als reactiewijze hebben gebruikt, en een normgroep kinderen (9-11 jaar) waarbij de test op een tablet met aanraakscherm werd aangeboden.
Eventueel kan de test in het Engels of Frans worden gestart. Bij de rapportage kan een interpretatie worden gegenereerd.

TAP – Finger Tapping Test (Basale motorische snelheid linker- en rechterhand)
Deze test meet de basale distale motorische snelheid, of mate van handvoorkeur (dexterity). Standaard afname betreft gedurende 10 seconden zo vaak mogelijk met de wijsvinger van de voorkeurshand “tappen”, vervolgens eenzelfde periode met de andere hand. Deze trials worden elk 5 keer uitgevoerd (5 x rechts en 5 x links). De test wordt bij voorkeur gebruikt met de (optionele) button box voor nauwkeurige tijdmeting. Maar de test kan ook ingesteld worden op tappen via de spatiebalk, of tappen op een aanraakscherm. Andere in te stellen parameters zijn o.a. aantal trials, tapping modus (op tijd of op aantal taps), duur van de tappingperiode (bij instelling op
42
tijd), aantal taps (bij instelling op aantal). Tijdens het tappen wordt als feedback op het scherm de stand bijgehouden.
Normen betreffen gegevens van volwassenen in 4 leeftijdsgroepen (18-30 jaar, 31- 45, 46-65 en 66-78 jaar) met een N tussen 32 en 114. Daarnaast zijn er normen van rechtshandige (N= 417) en linkshandige (N=39) studenten. In combinatie met een normtabel worden z-scores verstrekt en kan een interpretatief rapport worden gegenereerd.
Literatuur:
Brand,N. & Koning,P. (2020). Finger tapping bij ouderen. GGZ Vaktijdschrift, 1, 2-6.

TMT – Trail Making Test (cognitieve flexibiliteit Cijfers en Letters)
Deze taak meet cognitieve flexibiliteit oftewel het vermogen tot concept shifting. De Trail Making Test (TMT) bestond oorspronkelijk uit 2 subtests: A. cijfers verbinden, en B. om en om cijfers en letters verbinden (Reitan, 1956). In deze Minds-versie is een subtest “letters verbinden” tussengevoegd, om te kunnen controleren in hoeverre men het alfabet kent. Dit is van belang voor de validiteit van subtest C. Instelling op afname van de 2 oorspronkelijke subtests is mogelijk.
Voor kinderen van 5 t/m 7 jaar en kinderen van 8 t/m 17 jaar zijn er aangepaste subtests. Elke subtest (van de “volwassen” versie) wordt vooraf gegaan door een oefenopgave met 8 elementen. In deze versie heeft elke subtest 26 elementen, die met elkaar moeten worden verbonden. Keuze voor de responswijze kan gemaakt worden tussen: “schuiven met de muis” (met zichtbaar “rafelig” spoor, zie figuur), of “klikken op volgende rondje” (met rechte verbindingslijnen). Op een tablet pc kunnen de elementen zonodig met de vinger worden “aangeklikt”. Er is voortdurend feedback over de correctheid van het spoor middels het groen (correct) of rood (incorrect) kleuren van de elementen. De individuele tijden tussen de elementen worden geregistreerd. Het verschil in RT (totaaltijd) tussen de 3e en eerdere subtests is de maat voor cognitieve flexibiliteit. Deze maat is de basis voor de normtabellen.
Er zijn normen voor volwassen mannen en vrouwen (18-65 jaar) en voor kinderen (jongens en meisjes) in 2 leeftijdsgroepen (8-12 en 13-17 jaar). Deze zijn gebaseerd op de pc-versie. Ook kunnen NIP-normen geselecteerd worden, gebaseerd op de klassieke (A/B) versie. Daarnaast zijn er normen van volwassenen opgenomen gebaseerd op de papier & potlood versie, verdeeld in 7 leeftijdscohorten. De rapportage kan worden voorzien van een persoonlijke interpretatie.
Literatuur:
Reitan, R. (1956). Trail Making test: Manual for administration, scoring, and interpretation. Bloomington: Indiana University.

TOLT – Tower of London Test (planning / probleemoplossend vermogen)
Het gaat hierbij om de planningsfunctie en het probleemoplossend vermogen (Shallice, 1982). De test kan toegepast worden bij kinderen vanaf 6 jaar en bij volwassenen. Een configuratie van 3 gekleurde ballen dient
24
precies zo nagelegd te worden, in een beperkt maar variërend aantal verplaatsingen en binnen een bepaalde tijdslimiet. De ballen kunnen verplaatst worden door drag-and-drop met de muis, of door schuiven met de vinger op een aanraakscherm. Standaard zijn er 20 opgaven, en de test wordt standaard afgebroken na 4 opeenvolgende fouten. Bij oudere kinderen en volwassenen kunnen de eerste (gemakkelijkste) opgaven eventueel overgeslagen worden.
De tijd per item wordt verdeeld in planningstijd en feitelijke uitvoeringstijd. Normvariabelen betreffen het aantal correct, en genoemde tijdmaten.
Er zijn twee normgroepen in de kinderleeftijd (5-12 en 13-17 jaar), en 4 volwassen leeftijdsgroepen (18-30, 31-45, 46-60 en 61-73 jaar). Daarnaast kan op basis van aantal correct als normreferentie een (Amerikaanse) standaardscore worden gegeven voor kinderen met leeftijden tussen 5 en 13 jaar, en gebaseerd op het originele testmateriaal. De rapportage bevat een foutenanalyse en kan voorzien worden van een interpretatief gedeelte. Daarnaast kan op basis van aantal correct als normreferentie een (Amerikaanse) standaardscore worden gegeven voor leeftijden tussen 5 en 13 jaar, en gebaseerd op het originele testmateriaal. De rapportage bevat een foutenanalyse en kan voorzien worden van een interpretatief gedeelte. Een Engelstalige versie van de test kan worden opgeroepen.
Literatuur:
Shallice, T. (1982). Specific impairments of planning. Philosophical Transactions of the Royal Society of London, 298, 199-209.

VIG – Vigilantie Test (volgehouden aandacht, nonverbaal)
Deze test kan iets zeggen over volgehouden aandacht, concentratie en impulsiviteit. Het is vergelijkbaar met het bekende continuous performance paradigma, maar dan met reacties op bepaalde (nonverbale) visuele signalen, die onregelmatig en infrequent voorkomen.
Het targetsignaal bestaat uit het kort verlicht worden van één van de knoppen anders dan de bovenste, waarop zo snel mogelijk gereageerd moet worden. De reactiewijze kan worden ingesteld op spatiebalk, muisklik of gebruik van de externe button box. Bij standaard gebruik duurt de feitelijke test (met 600 signalen) ongeveer 20 minuten: standaard instellingen zijn: signaalduur 300 ms, interval 900 ms. Mogelijke instellingen betreffen ook o.a. of er een oefenblok vooraf moet gaan (30 aanbiedingen), het aantal aanbiedingen in de feitelijke test, bij hoeveel procent er sprake moet zijn van een target signaal (tussen 5 en 10%), aantal en positie van de target signalen, en over hoeveel blokken de targets in gelijke mate moeten worden verdeeld (standaard: 4; hierdoor kunnen eventuele time-on-task effecten worden bestudeerd).
De normvariabelen bestaan uit: het percentage correct, de gemiddelde en standaard deviatie van de reactietijd, het percentage fouten negatief en het aantal fouten positief. Er zijn normen van kinderen (6-17 jaar) en van volwassenen in 4 leeftijdsgroepen (18-30, 31-45, 46-65, en 66-80 jaar). De eerste 3 volwassen normgroepen zijn uitgesplitst naar mannen en vrouwen. Een interpretatief rapport kan worden gegenereerd.

WCST – Wisconsin Card Sorting Test
Dit is de geautomatiseerde variant van de Wisconsin Card Sorting Test (Grant & Berg, 1948). Meetpretentie van de test is onderzoek naar het niveau van het abstracte redeneervermogen en mentale flexibiliteit. De participant moet associatieve verbindingen leggen tussen het aangeboden stimulusmateriaal en steeds wisselende oplossingsstrategieën. Op het scherm staat vast bovenaan een rij kaarten (zie figuur links). Op deze kaarten staan symbolen afgebeeld, die van elkaar verschillen in kleur (rood,groen, geel, blauw), vorm van de symbolen (driehoek, ster, kruis, cirkel), en het aantal symbolen (1 t/m 4). Onderaan het scherm komt steeds een nieuwe stimuluskaart. Elke stimuluskaart moet verplaatst worden naar het vak onder de kaart met de juiste sorteer-dimensie (kleur, vorm, aantal). Na feedback over de correctheid van het antwoord komt de volgende stimuluskaart. Feedback kan visueel (woorden “GOED” of “FOUT”), of akoestisch (hoge of lage toon), of in beide vormen tegelijk, worden gegeven.
De wijze waarop de stimuluskaart verplaatst moet worden kan ingesteld worden. Standaard instelling is klikken met de muis op de doelpositie in de middelste rij. Maar ook intikken van een van de cijfers 1-4 is mogelijk, eventueel op een externe button box, of door slepen met de muis, of door schuiven met de vinger op een aanraakscherm. Slepen met de muis kan tijdens de testinstructie worden geoefend.
De test kan zodanig worden ingesteld dat feedback (Goed of Fout) onmiddellijk na verplaatsing van de stimulus komt, of dat eerst op een bevestigingsknop moet worden gedrukt. In het laatste geval kan een verplaatsing nog worden herzien of gecorrigeerd.
Na 10 opeenvolgend correcte trials (instelbaar aantal) wordt de oplossingsstrategie gewijzigd. Standaard in de test geldt als maximum 6 strategieën (instelbaar), in de volgorde: Kleur, Vorm, Aantal, Kleur, Vorm, Aantal (volgorde ook instelbaar). De test wordt beëindigd na 128 trials of eerder na het voltooien van het ingestelde aantal strategieën. De test wordt afgebroken als de participant zoveel fouten maakt dat na 64 trials de eerste strategie nog niet ontdekt is.
De voornaamste scoringscategorieën per strategie betreffen het aantal perseveraties, aantal andere fouten, aantal correct, aantal gebruikte kaarten, de benodigde tijd, en ‘set maintenance’ (het aantal keer dat minimaal 5 opeenvolgende keren een correct antwoord werd gegeven, maar toch niet 10 correcte reacties werden gehaald), alsmede het aantal voltooide strategieën. Voor de individuele diagnostiek zijn er normgegevens van 4 leeftijdsgroepen (7-17 jaar, 18-30, 31-45 en 46-63 jaar) bestaande uit mannen en vrouwen bij wie de test met Minds werd afgenomen. Daarnaast is het ook mogelijk via het rapportprogramma te kiezen voor gepubliceerde leeftijdsnormen van Spreen & Strauss (1991) voor volwassenen (tot 94 jaar), of van Chelune & Baer (1986) voor kinderleeftijden (kinderen van 6-12 jaar). De norm-variabelen betreffen o.a. het percentage correct, aantal voltooide sorteerrondes, het totaal aantal perseveraties, de score voor ‘set
maintenance’, en de globale score. Via het rapport kan een interpretatie worden gegenereerd.
Literatuur:
Grant, D.A. & Berg, E.A. (1948). A behavioral analysis of the degree of reinforcement and ease of shifting to new responses in a Weigl-type card sorting problem. Journal of Experimental Psychology, 38, 404-411.

WLT – Woorden Leer Test (WLT) – verbale recall en recognitie
Het gaat hier om de 15 Woorden Test met 7 paren parallel-versies, gebaseerd op Rey’s Auditory Verbal Learning Test (Rey, 1964). De woorden zijn door de pc akoestisch of visueel aan te bieden en eventueel in beide modaliteiten tegelijkertijd. Gebleken is dat wijze van aanbieding geen effect heeft op het onthouden
(Brand & Jolles, 1985). Standaard gebruik betreft 5 “direct recall” trials. In het instellingen onderdeel van Minds kan de testleider ervoor kiezen om de recall na afloop van elke trial door de participant in te laten typen. Dat kan
14
via het gewone toetsenbord of een virtueel toetsenbord (QWERTY of AZERTY) op het scherm (indien sprake is van een aanraakscherm). Reproductie van de woorden kan ook mondeling plaatsvinden, waarbij de testleider de recall noteert of met een opnameapparaat registreert. In het laatste geval kunnen via het programma LeerCurve (zie de derde figuur hieronder) de reactiewoorden worden geselecteerd en ingevoerd om de recall te kunnen scoren.
Na afronding van de immediate recall trials wordt weer terug gegaan naar het hoofdmenu van Minds en kan men eventueel een andere test afnemen. Als de WLT de tweede keer wordt geopend (volgens de standaard procedure dient dit na ongeveer 20 minuten te gebeuren) springt het programma naar het 2e gedeelte van de test, waarin de “delayed recall” trial en de herkenningstest plaats vinden. Bij de delayed recall trial (de woorden worden NIET weer aangeboden) moeten de woorden nog een keer worden gereproduceerd. De herkenningstest omvat 30 woorden (de 15 oorspronkelijke en 15 nieuwe woorden), en de taak is om met JA en NEE (cursortoetsen of buttons op het scherm) steeds aan te geven of een woord in het eerste deel van de test is aangeboden of niet. De woorden in deze herkenningstest worden aangeboden totdat de reactie is gegeven, en zowel antwoorden als reactietijden worden geregistreerd.
Hierna volgt een overzicht van de (eerste 3 woorden van de) 7 parallelle woordenlijsten (zie voor de volledige lijsten en de bijbehorende distractorwoorden (voor in de recognitielijsten) het bestand WLT.QC. In het bestand staan nog 7 parallelle lijsten A2, B2, enz, die van de “buur-lijsten” slechts verschillen in volgorde van de woorden):
A1. MES, BANK, WOLF,…
B1. KAAS, HERT, STOEL,…
C1. STEEN, BALK, HOND,…
D1. PLANT, KNOOP, DOEK,…
E1. POORT, DUIF, GLAS,…
F1. LAMP, STIER, PEN,…
G1. BLOEM, SNOR, KROON,…
Als toepassing bij jonge kinderen of personen met geheugenstoornissen kan de test ook ingesteld worden als 8-, 10-, of 12-woordenlijst.
De rapportage van de uitkomsten geeft grafisch en in tekst o.a. een overzicht over de leercurve, en de gegevens van de herkenningstest met reactietijden en fouten (zie de tweede figuur).
Het eerder vermelde hulpprogramma Leercurve (zie de 3e figuur) is bedoeld om naderhand de door de participant ingetypte recall woorden te controleren en eventueel te corrigeren op type- of spelfouten, verkeerde toetsaanslagen, e.d. Tevens kan daarmee de recall eenvoudig worden gescoord indien de reproductie van de woorden bij de afname mondeling plaatsvond. Ook de JA/NEE antwoorden op de herkenningstest van een traditioneel akoestisch afgenomen 15 Woorden Test kunnen daarmee worden gescoord.
De normen hebben betrekking op de totaalscore van de immediate en delayed recall, alsmede op de accuratesse scores en reactietijden van de herkenningstest. Er zijn normen van volwassenen (mannen en vrouwen apart) in twee leeftijdsgroepen (18-45 en 46-81 jaar). Daarnaast zijn er normen van 7 leeftijdscohorten tussen 20 en 80 jaar. Voorts kunnen NIP-normen van mannen of vrouwen geselecteerd worden, gebaseerd op de auditieve versie. Een uitgebreide persoonlijke interpretatie van de testresultaten kan worden gegenereerd.
Literatuur.
• Brand, N. and Jolles, J. (1985). Learning and Retrieval Rate of Words Presented Auditorily and Visually. Journal of General Psychology 112, 201-210.
• Brand, A.N., Jolles, J. and Gispen-de Wied, C. (1992). Recall and Recognition Memory Deficits in Depression. Journal of Affective Disorders 25, 77-86.
• Rey, A. (1964). L’examen clinique en psychologie. Presses Universitaires de France, Paris.

4TJES – Viertjes Zoeken (doorstreeptaak)
De Viertjes Zoeken taak is afgeleid van de Bourdon-Vos taak, maar aangepast aan gebruik met de computer. De test beoogt de volgehouden selectieve aandacht te meten. Daarnaast gaat het om het vermogen tot visuele discriminatie: het onderscheidend vermogen van het visuele systeem.
In de standaard instelling van de test komt 33 keer een regel met 24 groepjes met stippen op het scherm (zie 1e figuur). Elke regel bestaat uit 8 groepjes met 3 stippen, 8 met 4 stippen en 8 met 5 stippen. De bedoeling is dat op elke regel zo veel mogelijk groepjes met 4 stippen (viertjes) geselecteerd worden. Dit moet zo snel mogelijk maar ook met zo min mogelijk fouten gedaan worden. Als men klaar denkt te zijn met een regel, kan op een button aan het eind van de regel geklikt worden, waarna de volgende regel met nieuwe groepjes stippen verschijnt. Een groepje wordt geselecteerd met de linker muisknop of (bij een aanraakscherm) met de wijsvinger, waarna het groepje wordt omcirkeld. Fouten (abusievelijk op een drietje of vijfje klikken) kunnen gecorrigeerd worden door er nogmaals op te klikken. Vooraf gaan 2 oefenregels.
Geregistreerd worden de tijd per regel, de aantallen geselecteerde viertjes, het aantal fouten en de correcties. De resultaten worden vermeld in drie delen met elk 11 regels. Daarnaast worden de 33 regeltijden grafisch afgebeeld (zie 2e figuur).
Normvariabelen zijn de gemiddelde regeltijd, de spreiding van regeltijden, de nauwkeurigheid (aantal geselecteerde viertjes in verhouding tot het aantal fouten), en het aantal correcties. Er zijn 2 normgroepen onderscheiden naar leeftijd (18-45 en 46-68 jaar).

 

Overzicht van alle MINDS tests

Geen reactie's

Geef een reactie