Onderzoek | AI komt niet in de buurt van menselijke cognitie

Onderzoek | AI komt niet in de buurt van menselijke cognitie

Onderzoek | AI komt niet in de buurt van menselijke cognitie

Persbericht Radboud Universiteit

Kan AI binnenkort het menselijk brein overtreffen? Als je het medewerkers van OpenAI, Google DeepMind en andere grote techbedrijven vraagt, is het onvermijdelijk. Een nieuwe publicatie van onderzoekers van de Radboud Universiteit legt uit waarom die beweringen overdreven zijn en waarschijnlijk nooit werkelijkheid worden. Hun bevindingen werden gepubliceerd in het tijdschrift Computational Brain & Behavior.

“Het creëren van kunstmatige algemene intelligentie (AGI) met cognitie op menselijk niveau is ‘onmogelijk’”, legt Iris van Rooij uit, hoofdauteur van het artikel en hoogleraar Computational Cognitive Science, die leiding geeft aan de afdeling Cognitive Science and AI aan de Radboud Universiteit. “Sommigen beweren dat AGI in principe mogelijk is, dat het slechts een kwestie van tijd is voordat we computers hebben die kunnen denken zoals mensen denken. Maar het principe alleen is niet genoeg om het ook echt haalbaar te maken. Ons artikel legt uit waarom het najagen van dit doel een kansloze onderneming is, en een verspilling van grondstoffen en energiebronnen.”

Onbeperkte mogelijkheden met beperkte kracht

In hun publicatie introduceren de onderzoekers een gedachte-experiment waarbij een AGI onder ideale omstandigheden ontwikkeld mag worden. Olivia Guest, co-auteur en assistent-professor Computational Cognitive Science aan de Radboud Universiteit: “In het gedachte-experiment nemen we aan dat ingenieurs toegang hebben tot alles wat ze denkbaar nodig zouden hebben, van perfecte datasets tot de meest efficiënte machine-leermethoden die mogelijk zijn. Maar zelfs als we de AGI-ingenieur elk hulpmiddel geven, elk voordeel van de twijfel, is er geen denkbare methode om te bereiken wat grote techbedrijven beloven.”

Dat komt omdat cognitie, of het vermogen om te observeren, te leren en nieuw inzicht te krijgen, ongelooflijk moeilijk te repliceren is via AI op de schaal waarop het in het menselijk brein gebeurt. “Als je een gesprek met iemand hebt, kun je je misschien iets herinneren wat je een kwartier eerder hebt gezegd. Of een jaar eerder. Of dat iemand anders je een half leven geleden heeft uitgelegd. Al die kennis kan cruciaal zijn om het gesprek dat je voert vooruit te helpen. Mensen doen dat naadloos”, legt van Rooij uit.

“Er zal nooit genoeg rekenkracht zijn om, met behulp van machinaal leren, AGI te maken die hetzelfde kan, omdat we door onze natuurlijke bronnen heen zouden zijn lang voordat we ook maar in de buurt zouden komen”, voegt Guest toe.

Kritische AI-geletterdheid is essentieel

De publicatie is een samenwerking tussen onderzoekers van de Radboud Universiteit, de Universiteit van Aarhus, de Universiteit van Bristol, de Universiteit van Amsterdam, de Memorial University of Newfoundland en de Universiteit van Bayreuth. De expertise van de onderzoekers omvat de vakgebieden cognitiewetenschap, neurowetenschappen, filosofie en informatica. Volgens de onderzoekers brengt de huidige hype rond AI het risico met zich mee dat er een misverstand ontstaat over waartoe zowel mensen als AI-systemen in staat zijn.

Weinig mensen realiseren zich dat cognitiewetenschap cruciaal is voor het begrijpen van claims over AI-capaciteiten. “We overschatten vaak wat computers kunnen, terwijl we enorm onderschatten waartoe menselijke cognitie in staat is”, zegt van Rooij. “Het is belangrijk dat we mensen helpen om kritische AI-geletterdheid te ontwikkelen, zodat ze de tools hebben om te beoordelen hoe haalbaar de claims van grote techbedrijven zijn. Als er een bedrijf opduikt dat beweert een machine te hebben die, als je op een knop drukt, wereldvrede creëert, dan zou je die ook wantrouwen. Dus waarom geloven we zo snel de beloften van grote techbedrijven die gedreven worden door winst? Wij willen helpen om een beter begrip van AI-systemen op te bouwen, zodat iedereen de beloften van de tech-industrie met een kritisch oog kan bekijken.”

Lees hier het artikel dat gepubliceerd is in Computational Brain & Behavior.

No Comments

Post A Comment