
16 okt Onderzoek | Vroege moederlijke sensitiviteit heeft invloed op de lichamelijke gezondheid van kinderen
Persbericht Radboud Universiteit
Beïnvloedt de manier waarop ouders reageren op de signalen van hun baby niet alleen het emotionele welzijn, maar ook de lichamelijke gezondheid van hun kind later in het leven? Een studie onder leiding van postdoc Dr. Stefania Vacaru en het team van het Developmental Psychobiology Lab toont aan dat dit inderdaad het geval is.
“Onze vraag was eenvoudig”, zegt Vacaru. “Is er een verband tussen de kwaliteit van interacties tussen het kind en ouders tijdens de fundamentele ontwikkelingsjaren en de gezondheid van kinderen op de lange termijn? Daarbij richtten we ons op hun lichamelijke gezondheid in plaats van hun hun psychologisch welzijn, waarvoor al overtuigend bewijs bestaat.”
Gezinnen 14 jaar gevolgd
De studie maakt deel uit van de in Nijmegen gevestigde BIBO-studie, een uniek project dat kinderen en ouders vanaf de zwangerschap tot jongvolwassenheid volgt. “In deze studie observeerden we moeders en baby’s al vanaf vijf weken na de geboorte”, legt Vacaru uit.
“Onderzoekers bezochten gezinnen thuis en bekeken natuurlijke zorgtaken, zoals het verschonen van een luier of een bad. We herhaalden ouder-kindobservaties op leeftijden van 1, 2,5, 10 en 14 jaar om de sensitiviteit van ouders voor het kind te onderzoeken. Op 12 maanden werd de hechtingsveiligheid van de baby met de moeder geëvalueerd via laboratoriumobservaties van hoe baby’s reageerden op korte scheidingen en herenigingen met hun moeder. Daarnaast werden maandelijks interviews met ouders gehouden in het eerste levensjaar en daarna met intervallen van 1-2 jaar, om meer te weten te komen over de gezondheid van de kinderen.”
De resultaten waren opvallend. Kinderen van moeders die gevoeliger waren voor hun behoeften, hadden aanzienlijk minder gezondheidsproblemen tot hun veertiende levensjaar. “De effecten waren vooral sterk bij luchtwegklachten, zoals hoest en ademhalingsproblemen, en bij spijsverteringsproblemen”, zegt Vacaru.
Meer dan basiszorg
Belangrijk is dat de studie verschillen in de kwaliteit van zorg onderzocht, verder dan alleen instrumentele zorg. “Dat gaat bijvoorbeeld om het afstemmen op de signalen van de baby”, legt Vacaru uit. “Bijvoorbeeld door het kind de tijd te geven zich aan te passen, hun gezichtsuitdrukkingen te spiegelen of te reageren op hun behoefte aan troost. Deze kleine verschillen in sensitiviteit zijn erg belangrijk voor het welzijn van kinderen.”
De onderzoekers denken dat stressregulatie een mogelijke verklaring is. “Wanneer kinderen zich begrepen en gesteund voelen, leren ze beter met stress om te gaan. En dat kan langdurige effecten op het lichaam hebben”, zegt Vacaru.
Team Science
Voor hun interdisciplinaire werk ontving het BIBO-team de Radboud Team Science Award 2025. Volgens de jury heeft het BIBO-team een unieke dataset negentien jaar lang actief onderhouden en beheerd door gezamenlijke inspanningen. De jury vond het een grote prestatie dat het team erin is geslaagd 80% van de oorspronkelijke deelnemers over zo’n lange periode betrokken te houden. Daarnaast stelt het team de rijke dataset ook beschikbaar aan onderzoekers wereldwijd en draagt zo actief bij aan Open Science.
Team Science Award voor BIBO
Implicaties voor ouders en professionals
De bevindingen benadrukken dat variaties in de kwaliteit van zorg belangrijk zijn, zelfs in een veilige samenleving met relatief hoge inkomens zoals Nederland. “Het feit dat we deze effecten zien in gezinnen met een laag risico, laat zien hoe krachtig relaties zijn”, zegt Vacaru. “Het laat zien hoe belangrijk het is om ouders te helpen en zorgverleners te leren over het belang van sensitiviteit in de zorg.”
Het onderzoek is onderdeel van een samenwerking tussen het Donders Institute en het Radboudumc, waar naast Vacaru als eerste co-auteur o.a. ook Henrik Eckermann en Carolina de Weerth bij betrokken zijn. Lees de volledige publicatie in Current Psychology.
Geen reactie's