
25 sep Single zijn wordt in de wetenschap nog te weinig serieus genomen
Persbericht Radboud Universiteit
Voor genderwetenschapper Ea Høg Utoft is single zijn meer dan een persoonlijke keuze: het legt een diepere maatschappelijke ongelijkheid bloot. En omdat veel mensen niet beseffen dat single zijn een wezenlijk onderdeel is van menselijke diversiteit, is het tijd dat we er anders naar gaan kijken. We moeten stoppen met denken dat het iets tijdelijks of minderwaardigs is, en het zien als een volwaardige keuze.
Utoft begon haar onderzoek naar single zijn tijdens de coronapandemie. Ze merkte dat er veel aandacht was voor de uitdagingen van werkende ouders, maar nauwelijks voor collega’s die alleen woonden. “Er was geen ruimte voor de ervaring van singles, terwijl single zijn en alleen wonen juist snel groeiende demografische categorieën zijn”, legt Utoft uit. Die observatie leidde tot haar eerste publicatie over academici die thuis werkten zonder partner of kinderen. Utoft wil ouders niet bekritiseren, maar wel laten zien dat andere levensvormen óók tellen. Haar onderzoek groeide uit tot een bredere studie naar single zijn en academische carrières.
Waarom onderzoek naar single zijn?
Volgens Utoft wordt onze kijk op singles sterk beïnvloed door stereotypen. “Singles hebben bijvoorbeeld niet de feestelijke mijlpalen die mensen met een partner wel hebben, zoals babyshowers of bruiloften”, legt ze uit. Daardoor wordt vaak gedacht dat singles nog niet “volwassen” of “gesetteld” zijn. En zelfs als single zijn een bewuste keuze is, ziet de samenleving je al snel als een eenzaam persoon met een leeg leven. Onderzoek laat zien dat dit beeld niet klopt.
Ook op de werkvloer speelt het stereotype beeld van single zijn mee. “Van singles wordt vaak verwacht dat ze meer werk doen, omdat ze zogenaamd niets hebben om naar huis te gaan”, zegt Utoft. Dat leidt tot een scheve werk-privébalans. Hobby’s, vrienden of huisdieren gelden dan niet als legitieme redenen om op tijd naar huis te gaan.
Een feministisch ‘special issue’
Utoft wil dat de academische wereld single zijn erkent en normaliseert. “We moeten stoppen met denken dat single zijn altijd tijdelijk is”, benadrukt ze. Samen met twee collega’s werkt ze aan een speciaal themanummer voor het Tijdschrift voor Genderstudies, waarin feministische, queer, antiracistische en activistische perspectieven samenkomen. Haar doel: single zijn serieus nemen als onderwerp van onderzoek én als maatschappelijk relevante kwestie.
Zoals altijd: het persoonlijke is politiek!
Binnen gender- en queerstudies doen persoonlijke verhalen ertoe. “Onderzoek is nooit neutraal, want onderzoekers maken deel uit van de sociale wereld die ze bestuderen”, legt Utoft uit. Daarom is er behoefte aan onderzoek dat niet alleen problemen beschrijft, maar ook bijdraagt aan verandering. Het themanummer bevat bijdragen uit Australië, India, de VS, Denemarken en Nederland. “Ik kijk ernaar uit om alle bijdragen opnieuw te lezen en ervan te leren”, zegt Utoft.
En misschien is dat wel de kern van haar werk over single zijn, en van genderstudies in het algemeen: het besef dat een persoonlijke situatie vaak ook een gedeelde ervaring is. En dat verdient onderzoek én actie.
Wil je meer weten over singlehood studies? Beluister dan het podcastinterview met Ea Høg Utoft ‘In a Nutshell’ op voxweb.nl.
Geen reactie's