28 dec Langere periode huid-op-huidcontact lijkt gunstig voor moeder en baby
Persbericht Radboud Universiteit
Uit onderzoek blijkt dat moeders en baby’s er baat bij kunnen hebben om in de eerste vijf weken na de geboorte elke dag een uur huid-op-huidcontact te hebben. Moeders die dit doen hebben mogelijk minder last van angst en vermoeidheid en gaan vaak langer door met borstvoeding. Hun baby’s huilen minder en slapen mogelijk langer. Dat ontdekte gedragspsycholoog Kelly Cooijmans, die onlangs haar proefschrift verdedigde aan de Radboud Universiteit.
Bij huid-op-huid contact wordt de baby met alleen een luier op de blote borst van de ouder gelegd. Uit eerder onderzoek was al duidelijk dat dit contact tussen de ouder (moeder of andere ouder/verzorger) en een prematuur (te vroeg geboren) kind positieve resultaten kan hebben. Zo kunnen baby’s hierdoor sneller groeien en zijn zij minder vaak ziek, waardoor ze minder lang in een couveuse hoeven te liggen. Vergelijkbare positieve effecten zijn nu gevonden bij gezonde voldragen kinderen (kinderen die geboren worden na 37 tot 42 weken zwangerschap), wanneer huid-op-huid contact direct na de geboorte wordt toegepast.
In haar promotietraject onderzocht Kelly Cooijmans de effecten van dagelijks huid-op-huidcontact over een langere periode. De moeders en de voldragen baby’s die meededen aan het onderzoek hadden gedurende de eerste vijf weken na de geboorte dagelijks een uur huid-op-huidcontact.
Minder huilen
De resultaten zijn veelbelovend, volgens Cooijmans. “Een dagelijks uur huid-op-huidcontact is soms lastig in te plannen in de dagelijkse routine voor ouders. Maar als het lukt, levert het echt wat op. Zo zagen we dat kinderen mét dagelijks huid-op-huidcontact in de eerste twaalf weken na de geboorte minder lange periodes huilden dan kinderen die dat niet gehad hadden. Ook sliep deze groep in de eerste vijf weken mogelijk iets meer.”
Moeders die minstens vier van de vijf eerste weken elke dag een uur met de baby op hun huid lagen, bleken bovendien ruim een maand langer exclusieve borstvoeding te geven – dat is borstvoeding die niet is aangevuld met flesvoeding of vaste hapjes. Gemiddeld (dus inclusief borstvoeding die wel is aangevuld met andere voeding) was bij deze moeders de totale borstvoedingsduur tot ruim twee maanden langer dan gemiddeld in het eerste levensjaar. “Meer borstvoeding geeft allerlei gezondheidsvoordelen voor zowel moeder als kind”, aldus Cooijmans.
Tot slot ontdekte de gedragspsychologe dat de moeders die huid-op-huidcontact toepasten zich mentaal beter voelden. “We hoopten dat het ook effect zou hebben op klachten van stress, depressie en pijn, maar dat kwam niet uit dit onderzoek”, zegt ze. “Wel blijkt huid-op-huidcontact mogelijk tot minder angstklachten en vermoeidheid te leiden, in de eerste twaalf weken na geboorte.”
Vervolgonderzoek
Aan het onderzoek deden 116 koppels van moeder en kind mee. De kinderen uit dit onderzoek zijn inmiddels zes en zeven jaar oud en worden nog steeds gevolgd door de onderzoekers. “Wie weet kunnen we nog meer langetermijneffecten vinden”, zegt Cooijmans. Ook zou ze in vervolgonderzoek graag naar huid-op-huidcontact door vaders of andere verzorgers dan de moeder willen kijken en naar de optimale duur van huid-op-huidcontact.
De onderzoeker hoopt dat artsen, verloskundigen of kraamverzorgers huid-op-huidcontact meer gaan aanraden aan jonge ouders. “In sommige landen worden kinderen in de eerste levensjaren veel meer gedragen in speciale draagdoeken, ook op de huid. In Nederland is dat echter nog niet zo gewoon, al gebeurt het steeds meer. Het is een simpele interventie die heel veel kan opleveren voor ouders en baby’s. Omdat het dagelijkse uur huid-op-huidcontact niet voor iedereen haalbaar bleek, zou het goed zijn om te onderzoeken hoe we moeders hier beter in kunnen ondersteunen.”
Geen reactie's