Angstige mensen gebruiken ander hersengebied bij controle over emoties

Angstige mensen gebruiken ander hersengebied bij controle over emoties

Angstige mensen gebruiken ander hersengebied bij controle over emoties

Persbericht Radboud Universiteit

Angstige mensen gebruiken bij het kiezen van gedrag in sociaal lastige situaties een ander, minder geschikt gebied in de voorhersenen dan niet-angstige mensen. Dit is goed te zien op hersenscans, blijkt uit onderzoek van Bob Bramson en Sjoerd Meijer van het Donders Instituut aan de Radboud Universiteit.

Stel, een angstig en een niet-angstig persoon komen allebei de persoon tegen waar ze al een tijd verliefd op zijn. Ze vinden dat allebei spannend en zouden allebei die persoon op date willen vragen. Maar stap je er op af? Of doe je net of je ze niet ziet om niet voor schut te staan? Waar de niet-angstige persoon deze emotie beter opzij kan schuiven en gedrag kan kiezen waarbij hij of zij toch op die potentiële liefde afstapt, is dat voor een angstig persoon veel lastiger. Bramson: “Angstige personen gebruiken een minder geschikt deel van de voorhersenen om deze controle uit te oefenen. Het is lastiger voor hen om alternatief gedrag te kiezen en ze vermijden dus vaker sociale situaties.”

Dit soort beslissingen vergt een afweging tussen mogelijke dreiging en beloning, een beslissing die bij niet-angstige mensen wordt gemaakt in het voorste deel van de voorhersenen (prefrontale cortex). Wetenschappers van de Radboud Universiteit hebben nu laten zien dat sociaal-angstige mensen bij dit soort beslissingen een ander gebied in de voorhersenen gebruiken.

Hersenscans

Bramson en Meijer bekeken aan de hand van hersenscans wat er in de hersenen van angstige en niet-angstige mensen gebeurt bij een nagebootste sociale situatie. “Onze proefpersonen kregen blije en boze gezichten te zien en moesten in eerste instantie met een joystick naar het blije gezicht toe bewegen en van het boze gezicht af. Op een gegeven moment moesten ze dit andersom doen: dus naar een boos gezicht toe en van een blij gezicht af. Dit vergt controle over onze automatische neiging om negatieve situaties te vermijden.”

Angstige mensen bleken in deze eenvoudige taak net zo goed te zijn als niet-angstige mensen, maar op de scans was wel te zien dat een heel ander hersengebied actief werd. “Bij niet-angstige personen zien we vaak dat er tijdens emotiecontrole een signaal gaat van het voorste deel van de prefrontale cortex naar de motor cortex, het gebied dat je lichaam direct aanstuurt tot handelen. Bij angstige mensen wordt een minder efficiënt deel van die voorhersenen gebruikt.” Andere scans lieten zien dat dit waarschijnlijk komt doordat in angstige mensen het ‘juiste’ deel van de voorhersenen overprikkeld is. “Dit zou kunnen verklaren waarom angstige mensen het lastig vinden om alternatief gedrag te kiezen en sociale situaties gaan vermijden. Het nadeel daarvan is dat ze nooit leren dat sociale situaties niet zo eng zijn als ze denken.”

Behandeling bij angst

Voor het eerst is nu met hersenscans inzichtelijk gemaakt dat de voorhersenen van angstige mensen anders werken dan van niet-angstige mensen als het gaat om controle over emotioneel gedrag. Volgens de onderzoekers kunnen de resultaten gebruikt worden bij het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor angstige mensen.

Het in Nature Communications gepubliceerde artikel van Bramson en Meijer vind je hier.

Geen reactie's

Geef een reactie