11 apr Ervaringsverhalen | Voeding voor mijn eetstoornis
Op GGZ.nl delen we graag verhalen en visies van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg. Hiermee hopen we diverse onderwerpen beter bespreekbaar te kunnen maken, meer openheid te creëren omtrent mentale gezondheid en het delen van ervaringen te stimuleren.
Inger heeft ervaringskennis op het gebied van (C)PTSS, eetstoornissen, depressie en suïcide. Op dit moment werkt ze zelf als individueel begeleider in de jeugdzorg en rondt ze haar opleiding tot sociaal werker af. Ook geeft zij voorlichting over mentale gezondheid op onder andere middelbare scholen, hogescholen en universiteiten. Voor GGZ.nl schrijft Inger met enige regelmaat een column over haar ervaringen met psychische stoornissen, het herstelproces en over haar ervaringen in de hulpverlening.
Voeding voor mijn eetstoornis
“Maar waarom wilde je dan zo dun zijn?”
Dit is een vraag die ik tot op de dag van vandaag nog vaak krijg als ik mensen vertel over mijn eetstoornis. Een vraag die ik graag beantwoord, want alhoewel ik destijds aangaf af te willen vallen ging het niet om het gewicht, het ging niet om dun zijn. Zelf wist ik alleen niet goed waar het wel om ging en ook binnen diverse therapieën werd daar weinig tijd en aandacht aan besteed. Ik verlegde de focus op mijn eetpatroon en gewicht en de hele wereld ging daar in mee. Een aantal jaar later weet ik eindelijk welke voeding mijn eetstoornis kreeg om te ontstaan en groeien.
– Onvermogen om emoties te reguleren
Ik kon niet omgaan met boosheid, verdriet, schaamte en angst. Ik wist niet hoe ik deze emoties constructief kon uiten en naar wie. Maar juist als er veel gebeurt wat je boos, verdrietig en angstig maakt dan gaan die emoties zich stapelen en moeten ze er een keer uit. Mijn eetstoornis zorgde ervoor dat ik zo weinig energie had dat ik al deze lastige emoties niet kon voelen.
– Nog niet toe aan een volwassen lichaam / geseksualiseerd worden
Ik vond de overgang van een meisjeslichaam naar een vrouwelijk lichaam heel moeilijk. Ik zat vrij vroeg in de puberteit en in die periode ben ik ook meerdere keren seksueel misbruikt. Dat mannen opgewonden werden van mijn beginnende borsten en vrouwelijke vormen, vertaalde ik naar dat het hebben van een vrouwelijk lichaam gevaarlijk was. Ik was me heel bewust van het feit dat een eetstoornis mij in de meeste gevallen niet aantrekkelijk maakte. Naast het verdwijnen van mijn vrouwelijke vormen kreeg ik ook een slechte huid, haaruitval en hing er een naar zuur luchtje om mij heen. Dit voelde voor mij aan als een soort schild waar ik dankbaar gebruik van maakte.
– Minder ruimte innemen
Altijd had ik het idee dat ik te veel was. Mijn ideeën waren anders, mijn karakter was aanwezig en ik had over veel dingen een duidelijke mening die afweek van mijn omgeving. Dankzij mijn eetstoornis nam ik fysiek letterlijk minder ruimte in, maar ook verdween mijn persoonlijkheid beetje bij beetje. Op een gegeven moment kwam ik in een tunnelvisie en alles wat ik zag, dacht en wilde was mijn eetstoornis.
– Aandacht wegnemen van nare herinneringen / intrusieve gedachten
Hier geldt wederom voor dat ik dankzij mijn eetstoornis niet de ruimte in mijn hoofd had om te denken aan nare dingen die er waren gebeurd, de haat die ik naar mezelf voelde en de gedachtes die ik had om mezelf wat aan te doen. Alles waar mijn wereld uit bestond was (niet) eten en afvallen.
– Binding met andere mensen vermijden
Ik was een meisje dat als de dood was voor afwijzing, afkeuring en niet geaccepteerd worden. Mijn eetstoornis vormde een schild dat mij in feite beschermde tegen deze dingen, het was een rots waar ik me altijd aan vast kon houden. Iets wat niemand mij zomaar kon afnemen.
Mijn eetstoornis was mijn beste vriend, het fijnste familielid en de meest helpende coach die er voor mij beschikbaar was. Ik begrijp dat dit voor veel mensen raar klinkt, zeker als ik vertel dat ik hersteld ben. Maar ik kan inmiddels een dankbaarheid voelen voor mijn eetstoornis, voor mezelf eigenlijk, omdat het me staande heeft gehouden in tijden waarin ik geen andere opties zag. Het is een zeer destructief en levensgevaarlijk copingmechanisme geweest, maar het was de enige manier die ik kende.
Sinds ik in therapie kon gaan werken aan bovenstaande angsten en issues heb ik mijn eetstoornis niet meer nodig gehad, ik kreeg nieuwe handvatten. Daarom ben ik ook zeer dankbaar voor de hulpverleners die door mijn eetstoornis heen durfden te kijken en mij eigen regie durfden te geven over mijn eten zonder dat dit het einde van mijn behandeling betekende. De belangrijkste beslissing die hulpverleners hebben kunnen nemen was het verleggen van de focus. De eetstoornis zo min mogelijk aandacht geven en alle achterliggende oorzaken behandelen. Hierdoor werd ik gezien voor wie ik was en voelde ik de veiligheid om mijn eetstoornis stapje voor stapje los te laten.
No Comments