02 mrt Oekraïense psychologen komen in Nederland moeilijk aan de bak
Terwijl de vraag naar psychische hulp voor vluchtelingen uit Oekraïne stijgt, lopen gediplomeerde Oekraïense psychologen – die eveneens naar Nederland zijn gevlucht – tegen allerlei obstakels aan om hun landgenoten te kunnen helpen. In de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg moeten therapeuten aan bepaalde eisen voldoen voordat behandelingen door verzekeraars vergoed kunnen worden. Omdat de regelgeving in Oekraïne anders is, moeten de diploma’s van Oekraïense psychologen eerst beoordeeld worden voordat duidelijk is of ze in aanmerking komen voor werk in de Nederlandse ggz. Maar zelfs als dat in orde is, blijkt het voor deze therapeuten lastig te zijn om een plek te vinden waar ze aan de slag kunnen.
In een artikel van de Volkskrant is te lezen hoe in de huidige situatie eigenlijk alle partijen naast het net vissen. Volgens PsyGlobal – een organisatie die onder andere vluchtelingen helpt bij het krijgen van mentale hulp in hun eigen taal – neemt het aantal Oekraïense vluchtelingen dat psychische hulp nodig heeft toe. Tegelijkertijd zijn er momenteel zeker tachtig gediplomeerde psychologen uit Oekraïne die graag onze ggz komen versterken, maar er niet binnenkomen; zo laat voorzitter Esther Haaijema weten. Vooralsnog zijn ggz-instellingen om verschillende redenen terughoudend in het aannemen van Oekraïense therapeuten.
Meerdere instellingen zien er het nut niet van in om hun team uit te breiden met Oekraïense collega’s. Zij zien weinig vraag naar dit soort hulp, maar volgens Haaijema is dat niet in lijn met de werkelijke situatie: “Wij horen dat huisartsen niet naar de reguliere ggz verwijzen omdat daar toch geen psychologen zitten die Russisch of Oekraïens spreken. Vervolgens kloppen ze bij ons aan. Er is dus sprake van onzichtbare vraag.”
Om hoeveel Oekraïners het daadwerkelijk gaat die in Nederland geestelijke gezondheidszorg nodig hebben, is lastig in te schatten. Lang niet iedereen meldt zich met psychische problemen, en sommigen weten misschien ook niet waar ze met hun klachten terecht kunnen. Van de Oekraïners wiens problemen bekend zijn, kampt een groot deel met oorlogsgerelateerde klachten zoals gezien wordt bij een posttraumatische stressstoornis. Daarnaast zijn er mensen die al voor de oorlog mentale problemen hadden. Bij deze groep komen bijvoorbeeld depressies en verslavingen regelmatig voor.
Dat er genoeg vluchtelingen uit Oekraïne zijn die psychische hulp nodig hebben lijkt dus wel duidelijk, maar het aanbod van die hulp komt nog maar moeilijk op gang. Haaijema geeft aan dat veel Oekraïense therapeuten niet door de strenge screening heen komen die Nederland hanteert. Diverse ervaren psychologen worden bij de vertaling en waardering van hun diploma zo laag ingeschaald, dat het niet aansluit bij de Nederlandse regelgeving voor vergoedingen in de ggz. En dat maakt het vinden van een betaalde baan bijzonder lastig.
De opleidingseisen voor psychologen die in de geestelijke gezondheidszorg willen werken zijn in Nederland hoger dan in Oekraïne. In principe is het logisch dat internationale psychologen aan dezelfde standaarden moeten voldoen als Nederlandse psychologen als ze hier aan de slag willen. Maar de huidige vluchtelingensituatie vraagt om een specifiek soort psychische hulpverlening – het liefst met kennis van de Oekraïense taal – die de gemiddelde Nederlandse therapeut niet kan bieden. Kunnen we daar dan niet een uitzondering voor verzinnen?
Lees hier het volledige artikel van de Volkskrant.
Geen reactie's