02 nov Waarom watjes geen Burn-out krijgen (deel 1)
– Column door Paul de Bruijn, psycholoog en oprichter van ProMind –
Onlangs mocht ik gast zijn in het programma Hollandse Zaken van Cees Grimbergen bij omroep MAX. Onderwerp was de opvallende toename van het aantal twintigers dat met een Burn-out uitvalt. In het kort heb ik daar iets mogen vertellen over Burn-out en wat het nu eigenlijk is. Ook heb ik beknopt kunnen aangeven waarom ik denk dat tegenwoordig zoveel jongeren omvallen. Zo’n programma heeft natuurlijk niet heel veel ruimte om er wat dieper op in te gaan. daarom hier iets meer over onze ideeën en aanpak. Maar vooral ook waarom watjes niet omvallen!
Een Burn-out is, in de meest beknopte omschrijving, een misperceptie van het individu in zijn of haar context. Dat klinkt heel kort door de bocht, maar komt erop neer dat iemand een bepaald idee van zichzelf heeft dat niet klopt met de werkelijkheid. Dat idee kan van alles zijn.
Maar, laten we bij het begin beginnen. Wat is een mens?
In de basis is een mens een samenwerkingsverband tussen een onnoemelijk aantal levende cellen. Dat varieert van de meest simpele cel, de vetcel, tot de meest gecompliceerde, de hersencel. Al die cellen communiceren met elkaar. De cellen communiceren via (boodschapper-)eiwitten, hormonen en elektrochemische spanningsverschillen. Allemaal heel technisch, maar in het kort komt het erop neer dat ze met elkaar praten. Samen vormen ze dat hele complexe systeem dat wij mens noemen. Het mooie en interessante van ons systeem mens is nu dat het met een specifiek onderdeel, de hersenen, naar zichzelf kan kijken en over zichzelf kan nadenken. Om dat te kunnen is het van belang dat het systeem zich kan onderscheiden van de omgeving. Dat het los staat van en zelfstandig beweegt in die wereld. Daar hebben we ons bewustzijn voor. Dat kan verder eigenlijk niets, maar is voor het los zien van onszelf van de omgeving erg handig.
Het is verder heel handig dat de hersenen in staat zijn om over onszelf na te denken. Het stelt ons in staat heel snel en adequaat te kunnen beslissen hoe te handelen in onze complexe wereld. Dat gaat over het algemeen goed. Soms zitten we ernaast en dan kijken we om ons heen en passen dat aan. Ik ben bijvoorbeeld een kale man van 1.82 meter, maar als ik nu denk dat ik 1.60 meter ben dan stoot ik mijn hoofd tegen elke balk die op 1.70 meter hangt. Als dat een paar keer gebeurt, is het handig dat ik ga nadenken of mijn idee over mijn lengte wel klopt. Als ik dat niet doe en eigenwijs blijf vasthouden aan mijn oorspronkelijke idee, zal ik veel pijn meemaken in mijn leven. Het is dus van belang om een reëel beeld van mijzelf te hebben. Die is nog wel simpel. Geijkt meetlatje erbij en klaar. Maar nadenken over wie we zijn en wat we kunnen is vaak wat lastiger. Abstracter.
Als we hier bijvoorbeeld een idee hebben dat niet klopt met de werkelijkheid en hoe mensen ons zien, gaan we signalen uit de buitenwereld verkeerd interpreteren. We snappen onze positie in de buitenwereld niet meer. Dit is redelijk op te lossen door met de omgeving te gaan praten en het gewoon te vragen. Meestal werkt dat goed. Maar wat nu als je een gefixeerd idee heb over wie je bent en wat je moet doen, dan wil je dat wat de ander over jou zegt nog wel eens verkeerd begrijpen. Of op zijn minst onhandig interpreteren. Maar ook is er een reële kans dat je jezelf verkeerd of onhandig begrijpt. En al die dingen bij elkaar vormen de basis voor een Burn-out: de misperceptie van jezelf in je context. Zowel intern als extern!
Over de kenmerken van een Burn-out en waarom watjes die niet krijgen meer in deel 2.
Eln.Ye
Posted at 12:18h, 04 novemberinteressante info. maar nu weet ik nog niet waarom watjes geen burn-out krijgen. Ik mis ook enigszins de info m.b.t. identiteitverwisselingen of verkeerde fusils van personen die ’n verkeerd zelfbeeld als effect zullen hebben . En dan mogelijk één burn out als effect kunnen hebben