10 jun RIVM-rapport: wettelijk toegestane geluidsniveau moet omlaag
Het Nederlandse beleid omtrent geluidsnormen en geluidsoverlast moet worden verbeterd, zo luidt de conclusie van het RIVM. Naar aanleiding van richtlijnen die in 2018 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn opgesteld over geluid en gezondheid, heeft het RIVM vrijdag een rapport gepubliceerd waarin aanbevelingen worden gedaan om geluidshinder beter in kaart te brengen en te verminderen.
Ggz.nl schreef eerder al over de nadelige gezondheidseffecten van met name vliegtuigoverlast in het artikel Geluidshinder van vliegtuigen en de stilte van corona. Nu blijkt dat Nederlanders in het algemeen meer klachten ervaren door geluidsoverlast dan lange tijd werd gedacht. Hieronder zijn enkele bevindingen en aanbevelingen te lezen uit het rapport van het RIVM: *
“Bij zowel de WHO-richtlijnen als bij de Nederlandse wet- en regelgeving ondervinden personen ook negatieve gezondheidseffecten van geluid onder respectievelijk de WHO-advieswaarden en de Nederlandse voorkeurs- en maximale waarden en buiten de geluidzones of -aandachtsgebieden.
“De grootste omvang van de ziektelast komt voor bij personen die worden blootgesteld aan geluidniveaus tussen 45 en 55 dB (Lden (Level day-evening-night, Europese maat voor geluidsbelasting, red.)). Voor coronaire hartziekten treedt een deel van de negatieve gezondheidseffecten ook op bij lagere geluidniveaus dan op basis van het advies van de Gezondheidsraad uit 1994 verwacht werd. Dit inzicht is nieuw.”
“Daarnaast blijft aandacht voor de aanpak van de hogere geluidniveaus (vanaf 55 dB Lden) van belang. Bij deze hogere niveaus bestaat niet alleen een kans dat personen ernstig worden gehinderd door omgevingsgeluid, maar is er ook een verhoogd risico op de meest ernstige effecten zoals coronaire hartziekten.”
“Het RIVM beveelt aan het beleid voor omgevingsgeluid te versterken door gezondheidsverbetering als opzichzelfstaand doel te verankeren in de Nederlandse wet- en regelgeving. Deze verankering zorgt voor een concretere invulling van de algemene begrippen in de (huidige en aangekondigde) regelgeving over bescherming of verbetering van de gezondheid en kwaliteit van de leefomgeving. Daardoor kan gezondheidsverbetering mede leidend worden voor aanpassingen in de leefomgeving, in plaats van een mogelijk gevolg van de verplichting om een afweging te maken bij een verwachte toename van het geluidniveau. De WHO-richtlijn adviseert om gezondheid een groter gewicht te geven in de beleidsafwegingen over omgevingsgeluid. In Nederland vereist dit ‘omdenken’ van een ‘stand still’ uitgangspunt naar beleid dat in beginsel gericht is op het verminderen van negatieve gezondheidseffecten door geluid. Deze aanpak staat naast de reeds bestaande beleidsinzet op preventie en sanering.”
* Bron: Motie Schonis en de WHO-richtlijnen voor omgevingsgeluid (2018): Het doel heiligt de middelen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), 2020.
Lees hier een bericht van RTL Nieuws waarin verder wordt ingegaan op het rapport van het RIVM.
Geen reactie's