09 jun Onderwijs moet zich meer richten op potentie in plaats van prestaties
In het westerse onderwijssysteem staan vooral de prestaties van leerlingen centraal. Toetsen en cijfers zijn bepalend, maar volgens hoogleraar en wetenschapper Nienke van Atteveldt zegt dat lang niet alles over de competenties die iemand in zich heeft. Ze werkte mee aan het internationale UNESCO-rapport dat een wereldwijde oproep doet om onderwijssystemen opnieuw te evalueren. Het rapport laat zien dat er behoefte is aan meer gepersonaliseerd onderwijs met aandacht voor het leerpotentieel, waarbij prestaties minder op de voorgrond staan.
In het programma Spraakmakers op NPO Radio 1 vertelde Nienke van Atteveldt, hoogleraar Neurologiewetenschap en Maatschappij aan de VU Amsterdam, over de bevindingen uit het UNESCO-onderzoek. Ruim 300 deskundigen uit 45 landen werkten samen aan dit project om in kaart te brengen wat de valkuilen zijn in de huidige onderwijssystemen en wat leerlingen nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Het resultaat is een uitgebreid en informatief rapport met tips en aanbevelingen voor een beter onderwijsbeleid.
Van Atteveldt legt uit dat ons onderwijs is ingericht met het achterliggende idee dat iedereen vanuit een gelijke positie begint, ongeacht de afkomst of sociale status waarmee iemand binnenkomt. De prestaties die een leerling levert vormen het beeld van waar diegene wel of niet goed in is. Een mooie gedachte, alleen werkt het in de praktijk toch anders. Kinderen starten niet allemaal daadwerkelijk vanuit een gelijke positie in het onderwijs; de ervaringen en leefomstandigheden waarmee een kind de eerste jaren opgroeit zijn namelijk voor iedereen anders. En die ervaringen zijn medebepalend voor de prestaties die het kind op school laat zien. “De thuissituatie waarin een kind de eerste jaren doorbrengt, maakt veel uit hoe een kind op school komt. Als we daar niet naar kijken, dan is het nog steeds niet eerlijk.”
“Het huidige onderwijsbeleid met focus op meritocratie heeft onbedoeld bijgedragen aan het vergroten van ongelijkheid, nieuwe vormen van ‘elitarisme’ en een focus op het individu, zowel internationaal als in Nederland”, aldus Van Atteveldt. “Om onderwijs opnieuw vorm te geven is onder andere een verschuiving nodig naar het benadrukken van leerpotentieel in plaats van verdiensten, en dat onderwijs gelijktijdig zowel cognitieve als sociaal-emotionele ontwikkeling moet stimuleren.”
De hoogleraar pleit ervoor dat er in het onderwijs meer aandacht komt voor de mogelijkheden die een leerling in zich heeft, en dat scholen per kind bekijken hoe ze een omgeving kunnen bieden waarin hij of zij zich volop kan ontwikkelen. Resultaten vergelijken met die van andere leerlingen wordt minder relevant; de leertrajecten worden persoonlijker. “Het uiteindelijke doel van onderwijs, dat het kinderen moet laten ontwikkelen tot florerende personen, dus meer dat welzijn, dat is een beetje op de achtergrond geraakt. En dat moeten we, juist in deze tijd, echt weer terug op de voorgrond brengen.”
Het fragment uit Spraakmakers van NPO Radio 1 luister je hier terug. Meer informatie over het UNESCO-onderzoek en de inhoud van het rapport is te vinden via deze pagina.
Geen reactie's