22 mei Ervaringsverhalen | Twee kanten
Op GGZ.nl delen we graag verhalen en visies van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg. Hiermee hopen we diverse onderwerpen beter bespreekbaar te kunnen maken, meer openheid te creëren omtrent mentale gezondheid en het delen van ervaringen te stimuleren.
Inger heeft ervaringskennis op het gebied van (C)PTSS, eetstoornissen, depressie en suïcide. Op dit moment werkt ze zelf als individueel begeleider in de jeugdzorg en rondt ze haar opleiding tot sociaal werker af. Ook geeft zij voorlichting over mentale gezondheid op onder andere middelbare scholen, hogescholen en universiteiten. Voor GGZ.nl schrijft Inger met enige regelmaat een column over haar ervaringen met psychische stoornissen, het herstelproces en over haar ervaringen in de hulpverlening.
Twee kanten
Terugdenkend aan mijn tijd in de intensieve hulpverlening komt er vaak veel woede en verdriet omhoog. Niet gehoord worden, niet gezien worden, niet naar geluisterd worden en keer op keer van het kastje naar de muur verwezen worden. Het is een jarenlang proces geweest wat mij in vele opzichten meer kwaad dan goed heeft gedaan. Tegelijkertijd had ik simpelweg hulp nodig omdat ik gebukt ging onder PTSS-klachten waarvoor ik een zeer destructieve coping had ontwikkeld. Het was een periode van aantrekken en afstoten.
Ondanks dat ik kritisch ben op de hulpverlening – en met name het bureaucratische systeem in Nederland waarin weinig ruimte is voor maatwerk als je met meerdere stoornissen worstelt – besef ik ook dat ik voor de hulpverleners niet makkelijk te lezen was. Ik was absoluut gemotiveerd om te herstellen, maar mijn vertrouwen in mezelf en andere mensen was ontzettend laag. Hierdoor vroeg ik, onbewust, een bovenmenselijke inzet van de hulpverleners om mij heen. Ik kon pas hulp, steun en aandacht accepteren als ik het gevoel had dat iemand mij dat echt wilde geven en mij niet zomaar zou laten vallen.
Inmiddels ben ik zelf werkzaam als hulpverlener en gastdocent mentale gezondheid. Hierdoor heb ik automatisch direct een andere blik gekregen op het werkveld. Ik zie mijn collega’s zich op de werkvloer voor de volle 100% inzetten voor hun cliënten, tegelijkertijd zie ik dat de werkdruk vaak te hoog is om iedereen echt de tijd, aandacht en hulp te geven die ze nodig hebben.
Op een meeloopdag op een crisisafdeling waar ik bij toeval zelf ook een aantal weken gezeten heb als patiënt, drong deze realiteit pas echt tot mij door. Ik kwam in contact met een patiënt die mij in paniek zijn verhaal vertelde. Hij zou de volgende dag op straat staan en nog twee weken moeten overbruggen tot hij zijn nieuwe woning kon betrekken. Hij had geen vrienden of familie waar hij terecht kon en van de hulpverleners had hij 1 dag de tijd gekregen om uit te zoeken hoe hij zijn dagen ging vullen en hoe hij in aanmerking kon komen voor de nachtopvang.
Een situatie waarin ik ook heb gezeten en die dus pijnlijk en confronterend was. Altijd heb ik gedacht dat als ik dit tegen zou komen op de werkvloer ik op hoge poten naar de leidinggevende zou lopen om het op te nemen voor mijn patiënt. Herstel op straat is simpelweg onmogelijk en ik durf het op een presenteerblaadje te geven dat iemand die zo lang op straat moet verblijven weer vele stappen achteruit zal zetten. Maar ik was daar slechts op een meeloopdag en voor het eerst kreeg ik ook de gehele kliniek te zien met tientallen bedden allemaal gevuld met zeer verwarde mensen. Een kliniek met als enig doel stabiliseren d.m.v. medicatie, om daarna zo snel en redelijkerwijs mogelijk een plek aan te kunnen bieden voor de volgende crisis. Want een bed blijft nooit lang leeg.
Mijn hart zat in een spagaat, ik had het idee dat we water naar de zee aan het dragen waren en tegelijkertijd besefte ik dat als er geen plek was voor deze mensen, in deze toestand, het straatbeeld er heel anders uit zou zien. Nog niet te spreken over het leed voor de patiënten en hun naasten. Het is helaas een feit dat er niet genoeg behandelplekken zijn om deze mensen direct op te volgen en de intensieve hulp te bieden die ze vaak nodig hebben. Mijn idealen spatten uit elkaar zonder dat ik de moed verloor.
Met de bewuste patiënt ben ik even 1 op 1 gaan zitten. Zonder dat hij wist dat ik zelf ervaring had met deze situatie, hebben we in 30 minuten tijd samen een plan gemaakt hoe hij zijn dagen kon invullen zonder al te veel geld kwijt te zijn of constant buiten in de kou te zijn. Ik had het geluk dat ik de sociale kaart in mijn regio goed ken en hem direct de websites of locaties kon geven van plekken die hem zouden kunnen helpen. Hij en zijn moeder waren dankbaar en zagen de situatie heel even, iets minder somber in.
Ik heb tijdens deze meeloopdag geleerd dat ik niet in één keer het gehele systeem kan veranderen met mijn idealen en ideeën. Wel kan ik voor mezelf een functie kiezen waarin ik de tijd en ruimte heb om 1 op 1 met patiënten tijd door te brengen, een luisterend oor te bieden of ze laagdrempelige mogelijkheden te laten zien die passend zijn voor hun situatie op dat moment. Ik ben me ervan bewust dat dit ze niet doet herstellen en ze het wellicht lang niet altijd aanpakken. Wel hoop ik dat ze een vriendelijk gezicht zullen herinneren dat op een moment van duisternis een kleine baken van hoop was.
Leonore van Nieuwenhuizen
Geplaatst op 08:19h, 23 meiMooi geschreven vanuit je eigen ervaring met de hulpverlening ben je zeer waardevol ook al kun je niet al je idealen verwezenlijken. Goede praktische hulp is van groot belang. Met interesse gelezen.