Baby’s die meer verschillende mensen leren kennen, stappen later makkelijker over hun vooroordelen heen

Baby’s die meer verschillende mensen leren kennen, stappen later makkelijker over hun vooroordelen heen

Baby’s die meer verschillende mensen leren kennen, stappen later makkelijker over hun vooroordelen heen

Persbericht Radboud Universiteit

Baby’s die in hun eerste levensjaren meer verschillende sociale contacten hebben, kunnen op 17-jarige leeftijd makkelijker over hun vooroordelen heen stappen. Dat blijkt uit onderzoek van neurowetenschapper Saskia Koch aan het Donders Instituut van de Radboud Universiteit.

Wanneer mensen uitgaan van stereotypen die ze in hun hoofd hebben, kan dat hun gedrag beïnvloeden. Koch: “Als je een aanname maakt over de persoon die tegenover je zit, kan dat grote invloed hebben op hoe je met die persoon omgaat. Denk aan het verschil tussen hoe je tegen een kind of tegen een volwassene zou praten.” Voor haar onderzoek gebruikte Koch data uit de Nijmegen longitudinale studie. In dit onderzoek worden jongeren vanaf hun babytijd gevolgd.

Jongeren die nog steeds meedoen aan dat onderzoek, kregen een nieuwe taak, maar eerst werd gekeken naar hoe vaak zij als baby naar de kinderopvang gingen. “We gingen ervanuit dat kinderen die meer dagen naar de kinderopvang gingen, meer diverse sociale contacten hadden: ze zagen meer verschillende leidsters, maar ontmoetten ook meer verschillende kinderen, uit allerlei rangen en standen.” Vervolgens kregen dezelfde kinderen als 17-jarige de taak om een spelletje te doen.

Communicatiespelletje

In het spelletje moesten ze samenspelen met een ander die ze niet zagen. Beide spelers hadden het gezamenlijke doel om een object op een gameboard te lokaliseren. Alleen de 17-jarige wist waar het object was. Zonder verbaal te communiceren, moesten de 17-jarigen dit aan de ander duidelijk maken. Koch: “Ze moesten dus communicatieve patronen bedenken waar de ander wat mee kon, zodat de ander het object vond. Dat kon door bijvoorbeeld bepaalde bewegingen te maken.”

Tegen de 17-jarige werd vervolgens de ene keer verteld dat ze samen met een 5-jarige speelden en de andere keer dat ze met een volwassene te maken hadden, terwijl het in werkelijkheid telkens dezelfde persoon was. In eerste instantie pasten de 17-jarigen hun communicatieve patronen aan als ze met het kind dachten te communiceren, door meer nadruk op hun bewegingen te leggen. Hoe snel ze dit patroon lieten varen, hing af van hoeveel tijd zij in de kinderopvang doorbrachten.

Koch: “We zagen dat 17-jarigen die als baby met veel verschillende mensen in aanraking waren gekomen, eerder over een stereotype heen konden stappen. Ze bleven niet lang hangen in het idee dat ze met een kind aan het spelen waren, door bijvoorbeeld langzamer te bewegen. Ze kwamen er in de interactie achter dat het ‘kind’ ook heel goed was en gingen vaker af op die interactie. Daar baseerden ze dan hun spel op.”

Stereotype loslaten

Wat dat volgens de onderzoeker betekent, is dat baby’s die meer diverse sociale contacten hebben gehad op latere leeftijd makkelijker een stereotype kunnen laten varen. Ze zijn sensitiever voor de sociale interactie, en kunnen het beeld dat ze van tevoren van hun medespeler in hun hoofd hebben sneller loslaten. Koch: “Het opdoen van veel diverse sociale ervaringen op jonge leeftijd zorgt ervoor dat we ons beter kunnen aanpassen aan de behoeften van onze partners in sociale interactie.”

Bekijk hier het onderzoeksartikel dat gepubliceerd is in het tijdschrift NPJ Science of Learning.

Geen reactie's

Geef een reactie