12 nov Oplopende wachtlijsten: meer samenwerking nodig in mentale hulpverlening
De geestelijke gezondheidszorg zou niet als enige verantwoordelijk moeten zijn voor het oplossen van mentale problemen. Hierover sprak Ruth Peetoom – voorzitter van de Nederlandse ggz – zich afgelopen week uit op diverse mediaplatformen. Een goede mentale gezondheid hangt met vele factoren samen, zoals iemands financiële situatie, huisvesting, zorgen om naasten, et cetera. Om mensen snel en effectief verder te kunnen helpen met hun problemen, zou er veel meer samenwerking kunnen en moeten plaatsvinden tussen verschillende typen zorgverleners en andere betrokken (maatschappelijke) organisaties.
In het NOS Radio 1 Journaal vertelde Ruth Peetoom afgelopen weekend over de huidige situatie en wat er op dit moment nodig is om deze te verbeteren. De ggz kan het niet meer alleen, zo is de boodschap. Beluister hier het fragment terug van NPO Radio 1.
Ook in de Volkskrant is een interview te lezen met de voorzitter van de Nederlandse ggz. “Als je weet dat iemand kampt met een ernstige depressie en dat daarbij de uithuisplaatsing van de kinderen een enorme rol speelt, moet je eigenlijk de jeugdzorg erbij betrekken. Maar in Nederland zijn we er heel goed in om maar één stukje van een probleem te bekijken. Die schotten moeten weg. […] Er zijn allerlei maatschappelijke problemen die zich vertalen in een medische vraag, zoals schulden of dakloosheid. We moeten meer samenwerken met andere zorgverleners, en met organisaties zoals de schuldhulpverlening en wooncoöperaties”, aldus Peetoom.
Op sommige plekken is die samenwerking al een stuk beter geregeld: “In Brabant, bij GGZ Breburg, is een mooi initiatief gaande op dit gebied: daar zijn mentale herstelcentra die, zodra iemand op de wachtlijst belandt, kijken welke problemen er allemaal spelen. In samenwerking met andere instanties proberen ze een patiënt bijvoorbeeld aan een baan te helpen. Dat kan al helpen bij mentaal herstel, zodat er meer capaciteit is voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.”
Daarnaast kunnen huisartsen bijdragen aan snellere hulp: “We willen ook veel intensiever samenwerken met huisartsen. Als zij eerder kunnen schakelen met een ggz-medewerker, komen mensen sneller op de goede wachtlijst. Maar zo’n consultatiefunctie wordt nu niet betaald. Dat moet anders.”
In aanvulling op de behandelingen die plaatsvinden bij ggz-organisaties, hoopt Peetoom ook meer preventieve hulp in te kunnen zetten. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer apps die mensen kunnen helpen om inzicht te krijgen in bepaalde patronen, of die helpen om structuur aan te brengen in de dag. Hiermee kun je zelf signalen beter leren herkennen die aangeven dat je bijvoorbeeld meer rust moet nemen. Op deze manier kunnen sommige mensen in ieder geval zelf alvast aan de slag om hun situatie te verbeteren.
Geen reactie's