22 aug Nieuwe inzichten in ontstaan hersenschade door zikavirus
Onderzoekers van de Rockefeller University in New York hebben een verband ontdekt tussen antistoffen tegen het zikavirus en de ontwikkeling van microcefalie bij baby’s, zo meldt Eos Wetenschap. Bepaalde antistoffen van de moeder lijken een rol te spelen bij het ontstaan van hersenschade bij het ongeboren kind.
Het zikavirus komt met name voor in Zuid- en Midden-Amerika, en wordt overgebracht door besmette muggen of via seksueel contact. Het virus veroorzaakt zikakoorts, wat naast koorts symptomen als spier- en gewrichtspijn, hoofdpijn en huiduitslag kan geven. Over het algemeen is zikakoorts niet schadelijk, maar wanneer zwangere vrouwen het virus oplopen – vooral in de eerste drie maanden van de zwangerschap – loopt het ongeboren kind extra risico op ontwikkelingsstoornissen zoals microcefalie. De omtrek van de schedel is dan te klein, wat verschillende complicaties met zich meebrengt. Ook is na besmetting de kans op een miskraam bij zwangere vrouwen groter.
In het onderzoek van de Rockefeller University is gekeken naar de antistoffen tegen het zikavirus in het bloed van de moeder, welke geproduceerd worden door het immuunsysteem. Het bleek dat bij moeders die een kindje met microcefalie kregen de antistoffen opvallend genoeg juist beter waren in het bestrijden van het virus dan de antistoffen bij moeders met gezonde baby’s. Echter zorgden de antistoffen die beter waren in de bestrijding er ook voor dat het zikavirus gemakkelijker (gekweekte) menselijke cellen binnen kon dringen bij experimenten in het laboratorium.
Vergelijkbare resultaten werden gevonden in onderzoek bij makaken met het zikavirus. Hoewel het nog niet zeker is of er sprake is van een oorzakelijk verband, lijken de antistoffen een rol te spelen bij het ontstaan van microcefalie. Mogelijk is er een onderscheid in antistoffen die het lichaam beschermen en antistoffen die betrokken zijn bij ontwikkelingsstoornissen tijdens de zwangerschap.
Het volledige wetenschappelijke artikel is te lezen in de Journal of Experimental Medicine.
No Comments