16 jun Meningen verdeeld over digitale behandeling in de gzz
Vorige week was in een artikel van het NRC te lezen dat een grote meerderheid van de psychologen en psychiaters hun patiënten liever in het echt ziet dan via digitaal contact. Uit onderzoek van het UMC Utrecht bleek dat maar één op de honderd therapeuten hun patiënten liever via beeldbellen behandelt dan via een echte ontmoeting. Zelfs als de effectiviteit van de behandeling hetzelfde is, kiest men liever niet voor een digitale vorm van behandelen.
Verzekeraars pleiten echter juist voor meer digitalisering van de zorg, en zien vooral manieren om meer mensen te helpen en de wachtlijsten terug te dringen. Ook Joris Arts, medeoprichter van een online ggz-instelling, krijgt vooral positieve reacties op de mogelijkheden van digitaal behandelen. Hij vraagt zich af hoe het kan dat er volgens het onderzoek zo weinig belangstelling is voor beeldbellen met cliënten.
Arts denkt dat dit te maken heeft met het moment waarop het onderzoek is uitgevoerd en het gebrek aan eerdere ervaringen met deze manier van behandelen. Therapeuten waren in de afgelopen periode genoodzaakt om tot deze manier van werken over te gaan, en zo’n ‘gedwongen’ overgang naar iets waar geen ervaring mee is, wordt al gauw als onprettig ervaren. Ook mist hij in het onderzoek informatie over wat cliënten van het digitaal behandelen vinden. Zelf hoort hij van cliënten doorgaans dat het als positief wordt ervaren dat er bijvoorbeeld meer flexibiliteit is in behandelmomenten, en dat er met online behandelen geen sprake is van reistijd.
Vooralsnog lijken de meningen behoorlijk verdeeld te zijn over de digitalisering van de geestelijke gezondheidszorg. Lees hier het artikel van NRC over het onderzoek van het UMC Utrecht. De reactie van Joris Arts op nieuwsplatform ICT&health lees je hier.
Geen reactie's