
13 feb HartCollege symposium 2025: hechting in de therapeutische relatie
Auteur: Simona Karbouniaris
In 2025 vindt wederom een HartCollege symposium plaats speciaal voor mensen met vroeg trauma en hun nabije naasten, op 21 maart van 13.30 tot 17.15 uur. Het HartCollege symposium is een initiatief van Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (CELEVT). Deze symposiumdag richt zich op hechting in de therapeutische relatie en wordt georganiseerd door de sprekers van de landelijke CELEVT Congresdag in 2024. Zo deelt Tamar van Raalten over inzichten uit breinonderzoek voor de behandeling van hechtingstrauma, zal Martijn Stöfsel een lezing geven over het risico op (te) lange behandelingen en spreekt Adriaan de Bruin over lichaamsgericht behandelen. Daarnaast zullen José Al en Peter Rombouts zorgen voor inspirerende intermezzo’s.
Het belang van deze thematieken wordt verder toegelicht in onderstaand artikel, dat ingaat op de gevolgen van vroegkinderlijk trauma en de kracht van een veilige therapeutische relatie.
Vroegkinderlijk trauma en onveilige gehechtheid: de rol van de therapeutische relatie
Vroegkinderlijk chronisch trauma heeft diepgaande effecten op de ontwikkeling van een kind tot in de volwassenheid, met name op het gebied van gehechtheid. Kinderen die vroeg in hun leven ernstig en aanhoudend traumatische ervaringen opdoen, zoals mishandeling of verwaarlozing, lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van onveilige gehechtheidsstijlen. Deze onveilige gehechtheid kan op latere leeftijd leiden tot diverse psychologische en relationele problemen. Een stevige therapeutische relatie is essentieel om deze negatieve patronen te doorbreken en herstel te bevorderen.
Gevolgen van vroegkinderlijk trauma op gehechtheid
Vroegkinderlijke traumatisering, als ook fysieke of emotionele mishandeling en verwaarlozing, kan het vermogen van een kind om veilige gehechtheidsrelaties te vormen ernstig verstoren. Het beperkte maar groeiende onderzoek dat hiernaar is gedaan, wijst uit dat dergelijke traumatische ervaringen een negatieve invloed hebben op veilige gehechtheid en positieve associaties hebben met angstige en gepreoccupeerde gehechtheidsstijlen. Kinderen die dergelijke trauma’s hebben meegemaakt, ontwikkelen vaak een hyperwaakzaamheid ten opzichte van hun omgeving en kunnen moeite hebben met zelfregulatie en het aangaan van gezonde relaties.
Typen onveilige gehechtheid
Er zijn verschillende vormen van onveilige gehechtheid die kunnen voortvloeien uit vroegkinderlijk trauma:
• Vermijdende gehechtheid: Kinderen met deze stijl leren hun emoties te onderdrukken en vermijden nabijheid, vaak als gevolg van afwijzing of gebrek aan responsiviteit van verzorgers.
• Ambivalente gehechtheid: Deze kinderen zijn onzeker over de beschikbaarheid van hun verzorgers, wat leidt tot afhankelijk gedrag, afgewisseld met boosheid en weerstand.
• Gedesorganiseerde gehechtheid: Dit type ontstaat vaak bij kinderen die extreme of tegenstrijdige reacties van hun verzorgers hebben ervaren, wat resulteert in een gebrek aan een coherent gehechtheidspatroon.
Impact op volwassen relaties
Onveilige gehechtheidspatronen die in de kindertijd zijn ontwikkeld, kunnen doorwerken in volwassen relaties. Volwassenen met een onveilige gehechtheid kunnen moeite hebben met vertrouwen, intimiteit en emotionele nabijheid. Ze kunnen bijvoorbeeld overmatig afhankelijk zijn van hun partner of juist emotionele afstand bewaren. Deze patronen kunnen leiden tot instabiele relaties en een verhoogd risico op psychische problemen zoals angststoornissen en depressie.
Het belang van een stevige therapeutische relatie
Voor individuen die lijden onder de gevolgen van vroegkinderlijk trauma en onveilige gehechtheid, is een sterke therapeutische relatie cruciaal. Een veilige en consistente therapeutische omgeving kan dienen als een correctieve emotionele ervaring, waarin de cliënt leert vertrouwen op te bouwen en gezonde gehechtheidspatronen te ontwikkelen. Het proces van ‘missen, gissen en repareren’ binnen de therapeutische relatie helpt bij het herstellen van vertrouwen en het verbeteren van zelfregulatievaardigheden.
De rol van lichaamsgericht werken in traumaverwerking
Lichaamsgericht werken speelt een cruciale rol bij het verwerken van trauma, doordat het zich richt op de fysieke manifestaties van stress en pijn. Trauma nestelt zich vaak diep in het lichaam, wat kan leiden tot fysieke spanningen en/of psychosomatische klachten. Door technieken zoals Somatic Experiencing en traumasensitieve yoga, leren cliënten zich bewust te worden van hun lichamelijke sensaties en spanning geleidelijk los te laten. Deze benaderingen helpen niet alleen bij het reguleren van emoties maar bevorderen ook een groter gevoel van veiligheid ten opzichte van het eigen lichaam. Dit proces is essentieel om vastgezette fysieke spanning te ontladen en een weg naar herstel te faciliteren.
De invloed van hechting op trauma en weerbaarheid
Hechting vormt een fundamentele basis voor de weerbaarheid en veerkracht van een individu in het licht van trauma. Een veilige hechting biedt een buffer tegen de destructieve impact van traumatische ervaringen door het bevorderen van gezonde emotionele regulatie en sterke interpersoonlijke relaties. Kinderen met veilige hechting ontwikkelen vaak betere copingmechanismen en een groter gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen. Daarentegen kunnen onveilige hechtingspatronen leiden tot verhoogde kwetsbaarheid voor trauma en ontregelde stressregulatie. Het bevorderen van veilige hechting binnen therapeutische relaties kan dus een krachtige interventie zijn om de negatieve gevolgen van trauma te verminderen en veerkracht te versterken. Vaak kunnen ook veilige gehechtheidsfiguren uit de directe omgeving van het individu van grote betekenis zijn, omdat zij essentiële sociale holding en steun bieden.
Conclusie
Vroegkinderlijk trauma heeft een diepgaande invloed op de ontwikkeling van gehechtheid en kan leiden tot langdurige psychologische en relationele uitdagingen. Het herkennen van de verschillende vormen van onveilige gehechtheid en het begrijpen van hun oorsprong is essentieel voor effectieve interventie. Een stevige therapeutische relatie biedt de noodzakelijke basis voor herstel, door het bieden van een veilige haven waarin nieuwe, gezonde gehechtheidspatronen kunnen worden ontwikkeld en geïntegreerd in het dagelijks leven. Daarbij is lichaamsgericht werken vaak een essentiële aanvulling op de reguliere behandeling.
Meer informatie over het HartCollege symposium
Kijk op: Zesde CELEVT HartCollege Symposium – CELEVT
– – – – –
Bronnen
Goddard, A. (2021). Adverse Childhood Experiences and Trauma-Informed Care. Journal of Pediatric Health Care, Volume 35, Issue 2, 145 – 155.
Karbouniaris, S. & Van Os, J. (2023). Trauma begrijpen in 33 vragen. Lannoo Campus
Nicolai, N. (2008). Overdracht en tegenoverdracht bij vroegkinderlijke traumatisering. Tijdschrift voor psychotherapie, 6, pp. 431-449.
Snyder, K. S., Luchner, A. F., & Tantleff-Dunn, S. (2024). Adverse childhood experiences and insecure attachment: The indirect effects of dissociation and emotion regulation difficulties. Psychological Trauma: Theory, Research, Practice, and Policy, 16(S1), S20.
Swart, S., Wildschut, M., Draijer, N., Langeland, W., Hoogendoorn, A. W., & Smit, J. H. (2020). The course of (comorbid) trauma-related, dissociative and personality disorders: Two year follow up of the Friesland study cohort. European Journal of Psychotraumatology, 11(1), 1750171.
Geen reactie's