De invloed van Martin Buber op de geestelijke gezondheidszorg

De invloed van Martin Buber op de geestelijke gezondheidszorg

Van de redactie; Iconen van de ggz

Martin Buber heeft een belangrijke invloed gehad op de geestelijke gezondheidszorg (ggz), vooral door zijn ideeën over de relatie tussen mensen en de waarde van menselijke verbindingen. Zijn concept van de “Ik-Gij”-relatie benadrukt dat werkelijke, authentieke interacties plaatsvinden wanneer we de ander niet zien als een object, maar als een volledig persoon, met wie we een wederkerige, menselijke band hebben. Deze benadering heeft diepgaande implicaties gehad voor de zorg, en is van bijzondere betekenis in therapieën die gericht zijn op het bevorderen van de empathische en authentieke relatie tussen behandelaar en cliënt.

Invloed van Buber’s ideeën op de ggz en hoe ze overeenkomen met de benaderingen van psychiaters als Freud, Jung en Kraepelin:

De “Ik-Gij” Relatie in de ggz
In de ggz speelt de therapeutische relatie een cruciale rol. Buber’s “Ik-Gij”-relatie roept op tot gelijkwaardigheid en wederkerigheid tussen therapeut en cliënt. Een authentieke ontmoeting kan helend werken en bevordert vaak een diepere verbinding die helpt bij genezing en zelfinzicht.
In Buber’s visie betekent dit dat therapeuten niet alleen een professional zijn die een behandeling uitvoert, maar ook een persoon die zich openstelt voor de ander. Deze benadering heeft geleid tot een ethiek van nabijheid en authenticiteit, die bijvoorbeeld in cliëntgerichte en humanistische therapieën goed tot uiting komt.

Overeenkomsten en Verschillen met Freud
Freud wordt vaak gezien als de vader van de psychoanalyse, en zijn benadering was meer gericht op de interpretatie van het onbewuste, vaak met een zekere afstand tussen therapeut en cliënt. Buber daarentegen legde de nadruk op gelijkwaardigheid en ontmoeting, wat enigszins verschilt van Freud’s klassieke opstelling waarbij de therapeut een relatief neutrale positie inneemt.
Toch kunnen we een gemeenschappelijke basis vinden in het idee van de therapeutische relatie als cruciaal. Freud erkende bijvoorbeeld de “overdracht” en “tegenoverdracht” – processen waarin de emoties van de cliënt en therapeut elkaar beïnvloeden. Hoewel Freud dit zag als een fenomeen om te analyseren, herkende hij het belang van de relatie binnen de therapie.

Overeenkomsten met Carl Jung
Jung en Buber delen een meer existentieel en spiritueel perspectief op de mens. Jung beschouwde de mens als iemand die streeft naar heelheid en verbondenheid met het ‘Zelf’, een concept dat nauw aansluit bij Buber’s idee van de authentieke verbinding.
Jung’s benadering van het onbewuste en zijn geloof in de intrinsieke waarde van symbolen en archetypen hebben een spirituele component die verwant is aan Buber’s filosofische zienswijze, waarin menselijke interacties bijna een sacrale dimensie hebben. Jung benadrukte, net als Buber, de groei en het zelfinzicht die voortkomen uit betekenisvolle relaties.

Overeenkomsten en Verschillen met Emil Kraepelin
Kraepelin staat vooral bekend om zijn systematische benadering van psychopathologie, met een focus op het classificeren van psychiatrische stoornissen. Zijn werk legde de basis voor de moderne psychiatrie en benadrukte biologische en diagnostische methoden.
Buber’s filosofie wijkt sterk af van Kraepelin’s klinische, meer medisch-psychiatrische benadering, omdat hij de nadruk legt op de waarde van de menselijke interactie en de betekenis van een dialoog. Waar Kraepelin structuur en diagnose benadrukte, zag Buber heling in de menselijke ontmoeting en in het begrijpen van de ander als een volledig individu, zonder deze in te kaderen in specifieke stoornissen.

Impact op Cliëntgerichte Therapie en Existentiële Psychotherapie
Buber’s invloed is ook sterk voelbaar in de cliëntgerichte therapie van Carl Rogers en in existentiële therapieën die gericht zijn op het verkennen van persoonlijke waarden, existentiële angsten en authentieke verbindingen.
Zijn ideeën zijn van invloed geweest op therapeuten die een benadering voorstaan waarin de therapeutische relatie centraal staat en het proces eerder gericht is op wederzijds begrip dan op een louter objectiverende diagnose. Zo kunnen cliënten zich meer gehoord en begrepen voelen, wat bijdraagt aan een gevoel van eigenwaarde en zelfaanvaarding.

Conclusie
De invloed van Martin Buber op de geestelijke gezondheidszorg ligt in zijn oproep tot authentieke verbinding en het herkennen van de ander als een volledig menselijk wezen. Dit heeft geleid tot een ethiek die de relatie en interactie tussen therapeut en cliënt benadrukt. Hoewel hij verschilt van Freud’s analytische benadering en Kraepelin’s medische kijk, is Buber’s filosofie in overeenstemming met humanistische en existentiële therapeutische principes die tegenwoordig een belangrijke rol spelen.

Referenties
Buber, M. (1923). Ich und Du (I and Thou). Dit is Buber’s kernwerk waarin hij de “Ik-Gij”-relatie introduceert, wat een grondslag vormt voor zijn ideeën over authentieke interactie. Engelse vertalingen en commentaren op dit boek benadrukken de invloed van deze filosofie op interpersoonlijke relaties, inclusief therapeutische contexten.

Friedman, M. S. (1985). Martin Buber and the Human Sciences. Albany: SUNY Press. In dit boek onderzoekt Friedman Buber’s impact op de geesteswetenschappen, inclusief de psychologie en psychiatrie. Hij bespreekt hoe Buber’s benadering verschilt van Freud en anderen en gaat dieper in op de toepassing van Buber’s “Ik-Gij”-relaties binnen therapeutische settings.

Kramer, K., & Gawlick, M. (2003). Martin Buber’s I and Thou: Practicing Living Dialogue. Paulist Press. Deze tekst biedt een uitleg van Buber’s concept van de “Ik-Gij”-relatie, met praktische inzichten voor het toepassen van zijn filosofie in dagelijkse interacties en professionele relaties, waaronder therapie.

Rogers, C. R. (1961). On Becoming a Person: A Therapist’s View of Psychotherapy. Boston: Houghton Mifflin. Rogers wordt sterk beïnvloed door Buber en bespreekt in dit werk zijn benadering van de cliëntgerichte therapie, waarbij de nadruk ligt op een authentieke en empathische relatie tussen therapeut en cliënt.

Bugental, J. F. T. (1987). The Art of the Psychotherapist. New York: Norton. Bugental bespreekt existentiële psychotherapie en de nadruk op de therapeutische relatie, waarbij Buber’s concepten worden gekoppeld aan de praktijk van psychotherapie.

May, R. (1983). The Discovery of Being: Writings in Existential Psychology. Norton. May geeft een bredere kijk op existentiële psychologie, waarin hij reflecteert op de invloed van filosofen als Buber en de nadruk op de existentiële relatie in therapie.

Geen reactie's

Geef een reactie